Uitspraak
- C/09/604553 en FA RK 20-9140 (echtscheiding)
- C/09/613199 en FA RK 21-3824 (verdeling)
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 17 december 2020 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y]
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek;
- het verweerschrift op het zelfstandig verzoek;
- het F9-formulier met bijlage van [huwelijksdatum] 2021 van de man;
- het F9-formulier met bijlage van [huwelijksdatum] 2021 van de vrouw;
- het F9-formulier met bijlage van 9 juli 2021 van de vrouw;
- het gewijzigde verzoekschrift van de vrouw, binnen gekomen op 28 januari 2022.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op [huwelijksdatum] 2001 te [huwelijksplaats] .
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- Deze rechtbank heeft op 15 februari 2021 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover van belang, inhoudende dat:
- de kinderen aan de vrouw zullen worden toevertrouwd;
Verzoek en verweer
- bepaling dat de kinderen hun gewone verblijfplaats bij de vrouw zullen hebben;
- vaststelling van een zorgregeling tussen [minderjarige 1] en de man conform punt 10 tot en met 13 van het gewijzigde verzoek;
- bepaling dat de vrouw wordt belast met het eenhoofdig gezag ten aanzien van [minderjarige 2] ;
- bepaling dat tussen de man en [minderjarige 2] de omgang wordt ontzegd;
- bepaling dat de man zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met € 950,- per maand, bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen en te vermeerderen met het bedrag van iedere uitkering die de man op grond van geldende wetten of regelingen ten behoeve van de kinderen kan of zal worden verstrekt;
- bepaling dat de man zal bijdragen in het levensonderhoud van de vrouw met € 2.750,- bruto per maand, bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen, voor de duur van 12 jaren, te rekenen vanaf de datum van de inschrijving van de beschikking van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand;
- bepaling dat de eventuele kosten van de tenuitvoerlegging van de hierboven gevraagde alimentatiebeslissingen voor rekening van de man komen, voor zover deze door de man veroorzaakt worden;
- vaststelling van de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen op de wijze als beschreven in het lichaam van het verzoekschrift;
- bepaling dat de woning aan de [adres] te [woonplaats X en Y] aan de man wordt toegedeeld onder vaststelling van het bedrag dat de man ter zake zal moeten betalen aan de vrouw aan de hand van een taxatie gedaan door een beëdigd taxateur, zoals door de vrouw in het lichaam is voorgesteld;
- bepaling dat de woning aan de [adres echtelijke woning] te [woonplaats X en Y] aan de vrouw wordt toegedeeld, onder vaststelling van het bedrag dat de vrouw ter zake zal moeten betalen aan de man aan de hand van een taxatie gedaan door een beëdigd taxateur, zoals door de vrouw in het lichaam is voorgesteld;
- veroordeling van de man om binnen 14 dagen nadat de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand aan de vrouw uit te betalen de compensatiesom die hij verschuldigd zal zijn als gevolg van de overbedeling, te vermeerderen met de wettelijke rente over het aan de vrouw verschuldigde vanaf de eerste dag dat de hierboven omschreven betalingstermijn is verstreken tot aan de dag waarop de betaling in het geheel heeft plaatsgevonden;
- bepaling dat ten aanzien van de verdeling van het pensioen van partijen bij anticipatie de nieuwe Wet Verdeling Pensioen bij Scheiding van toepassing wordt verklaard;
- te bepalen dat de man een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] van € 249,- per maand voldoet, met ingang van de datum van deze beschikking en een bijdrage in de kosten van verzorging van [minderjarige 2] voldoet van € 384,- per maand met ingang van de datum van deze beschikking;
- de door de man op 17 december 2019 getekende “overeenkomst d.d. 23 december 2019” te vernietigen en te bepalen dat de man een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw dient te voldoen van € 128,- bruto per maand, althans maximaal € 808,- bruto per maand, althans de overeenkomst te wijzigen in die zin dat de bijdrage in de kosten van levensonderhoud, gelet op de termijn van 12 jaren, wordt vastgesteld op € 488,- bruto per maand, waarbij de termijn niet verlengbaar is;
- de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande huwelijksgoederengemeenschap vast te stellen alsmede het door de ene partij aan de andere partij te betalen bedrag ter zake van overbedeling;
Beoordeling
- € 23.380,- bruto per jaar als gevolg van de WIA-uitkering, zoals volgt uit de jaaropgave 2021;
- € 11.912,- bruto per jaar als gevolg van haar werkzaamheden bij de gemeente [woonplaats X en Y] , zoals volgt uit de jaaropgave 2021;
- € 5.640,- bruto per jaar van het ABP, zoals volgt uit de ter zitting getoonde jaaropgave 2021;
- € 3.394,- bruto per jaar van Loyalis, zoals volgt uit de afschriften van de betaalrekening van de vrouw over het jaar 2021.
- hypotheek betalingen van € 943 per maand;
- gemiddelde basishuur van € 235,- per maand;
- premie basisverzekering ZVW van € 126,- per maand;
- premie aanvullende verzekering van € 58,- per maand;
- verplicht eigen risico van € 32,- per maand;
- nominaal deel premie ziektekosten van € 34,- per maand.
- [nr. 5] ten name van partijen: het saldo op de peildatum wordt bij helfte verdeeld en vervolgens zal de rekening worden opgeheven;
- [nr. 6] ten name van partijen: het saldo op de peildatum wordt bij helfte verdeeld en vervolgens zal de rekening worden opgeheven;
- [nr. 7] ten name van de man: het saldo dat op de peildatum aanwezig was zal bij helfte worden verdeeld en de rekening wordt daarna aan de man toebedeeld;
- [nr. 8] ten name van de vrouw: het saldo dat op de peildatum aanwezig was zal bij helfte worden verdeeld en de rekening wordt daarna aan de vrouw toebedeeld.