In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt ingegaan op de onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring van de eiser, die op 3 februari 2022 is ingegaan. De rechtbank had eerder op 7 maart 2022 geoordeeld dat deze maatregel onrechtmatig was, maar kwam er later achter dat de maatregel op 24 februari 2022 al was opgeheven. Dit leidde tot de noodzaak om de eerdere uitspraak te herstellen. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser gegrond en bevestigt dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was vanaf de ingangsdatum. De rechtbank kent een schadevergoeding toe van € 2.100 voor de 21 dagen dat de eiser onterecht in detentie heeft gezeten. De Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding, die door de griffier moet worden uitgevoerd. Daarnaast worden de proceskosten van de eiser, ter hoogte van € 759, ook vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter mr. E.J. Govaers en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.