ECLI:NL:RBDHA:2022:2698

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
NL22.2942
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake onrechtmatige vrijheidsontneming en schadevergoeding

In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt ingegaan op de onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring van de eiser, die op 3 februari 2022 is ingegaan. De rechtbank had eerder op 7 maart 2022 geoordeeld dat deze maatregel onrechtmatig was, maar kwam er later achter dat de maatregel op 24 februari 2022 al was opgeheven. Dit leidde tot de noodzaak om de eerdere uitspraak te herstellen. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser gegrond en bevestigt dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was vanaf de ingangsdatum. De rechtbank kent een schadevergoeding toe van € 2.100 voor de 21 dagen dat de eiser onterecht in detentie heeft gezeten. De Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding, die door de griffier moet worden uitgevoerd. Daarnaast worden de proceskosten van de eiser, ter hoogte van € 759, ook vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter mr. E.J. Govaers en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.2942

hersteluitspraak in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. C.F. Wassenaar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Motivering

De rechtbank heeft in de uitspraak van 7 maart 2022 vermeld dat de maatregel van bewaring met ingang van 3 februari 2022 onrechtmatig is. Het beroep is gegrond verklaard en de onmiddellijke opheffing van de maatregel en de onmiddellijke invrijheidstelling van eiser is bevolen. Dit is niet juist gebleken, aangezien de maatregel van bewaring reeds op 24 februari 2022 is opgeheven. De rechtbank zal dit gebrek herstellen op de hierna te melden wijze.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat rechtsoverweging 9 van de uitspraak van 7 maart 2022 wordt vervangen door:
9.
Het beroep is gegrond en de maatregel van bewaring is met ingang van 3 februari 2022 onrechtmatig.
De rechtbank bepaalt verder dat rechtsoverweging 10 van de uitspraak van 7 maart 2022 wordt vervangen door:
10.
De rechtbank acht gronden aanwezig om een schadevergoeding toe te kennen voor 21 dagen onrechtmatige (tenuitvoerlegging van de) vrijheidsontnemende maatregel van 21 x € 100 (verblijf detentiecentrum) = € 2.100.
De rechtbank bepaalt dat Beslissing van de uitspraak van 7 maart 2022 wordt vervangen door:
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser tot een bedrag van € 2.100 (eenentwintighonderd euro), te betalen door de griffier en beveelt de tenuitvoerlegging van deze schadevergoeding;- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 759 (zevenhonderdnegenenvijftig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.