ECLI:NL:RBDHA:2022:286
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een statushouder, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat haar asielaanvraag op 23 juli 2021 niet-ontvankelijk was verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening, aangezien in een andere uitspraak van dezelfde datum, onder zaaknummer NL21.12374, het beroep in de bodemzaak eveneens niet-ontvankelijk is verklaard. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.