ECLI:NL:RBDHA:2022:2905

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
31 maart 2022
Zaaknummer
R.18.196
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van de schone lei in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling na tekortkomingen in de sollicitatieverplichting

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de schuldenares, hier aangeduid als [saniet]. De rechtbank beoordeelt of [saniet] aan de verplichtingen van de WSNP heeft voldaan, nu de looptijd van de regeling is verstreken. Indien aan de verplichtingen is voldaan, kan de rechtbank de zogenoemde 'schone lei' verlenen, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen niet meer op [saniet] kunnen verhalen.

De procedure begon op 31 mei 2018, toen [saniet] werd toegelaten tot de WSNP. De rechter-commissaris, mr. A.C.M. Höppener, en de bewindvoerder, W. Boekelman, hebben de voortgang van de schuldsaneringsregeling gemonitord. De bewindvoerder heeft echter geconstateerd dat [saniet] niet volledig heeft voldaan aan de informatieverplichting, sollicitatieverplichting en de verplichting om geen nieuwe schulden te laten ontstaan. Dit leidde tot een advies om [saniet] geen schone lei te verlenen.

Tijdens de eindzitting op 17 maart 2022 heeft [saniet] aanvullende stukken overgelegd, waardoor de tekortkoming in de informatieverplichting is opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat [saniet] gedurende een bepaalde periode geen sollicitatiebewijzen heeft overgelegd, maar dat zij in die periode ook volledig arbeidsongeschikt was. Hierdoor wordt de tekortkoming in de sollicitatieverplichting als van bijzondere aard beschouwd en blijft deze buiten beschouwing voor de toekenning van de schone lei.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat [saniet] in staat is gesteld om nieuwe schulden te voldoen door een betaling van haar zus aan de boedelrekening. De rechtbank concludeert dat de overige verplichtingen door [saniet] naar behoren zijn nagekomen en dat er geen redenen zijn om tot een ander oordeel te komen. De rechtbank verleent [saniet] de schone lei en stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.932,47, voor zover de boedel toereikend is.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/18/196 R
vonnis van 31 maart 2022
in de zaak van:
[saniet]
geboren op [geboortedatum]-1985 te [geboorteplaats],
wonende te [adres, postcode en woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[saniet] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Nu de looptijd van die regeling is verstreken beoordeelt de rechtbank of [saniet] aan de verplichtingen heeft voldaan die horen bij de WSNP. Als dat zo is wordt aan [saniet] de zogenoemde “schone lei” verleend. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [saniet] kunnen verhalen.
De rechtbank zal aan [saniet] de schone lei verlenen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[saniet] is op 31 mei 2018 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is, voor het laatst, mr. A.C.M. Höppener tot rechter-commissaris en, voor het laatst, W. Boekelman (van der Linden c.s.) te Zwijndrecht tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De rechter-commissaris heeft op 1 april 2019 de looptijd van de regeling verlengd
met negen maanden. Deze verlengde looptijd is op 4 maart 2022 verstreken.
1.3.
De bewindvoerder heeft schriftelijk verslag uitgebracht over het verloop van de schuldsaneringsregeling. Uit dit verslag blijkt dat de informatieverplichting, de sollicitatieverplichting en de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan niet volledig zijn nagekomen. Om deze reden adviseert de bewindvoerder [saniet] (nog) geen schone lei te verlenen.
1.4.
De bewindvoerder heeft de rechtbank bij brief van 3 maart 2022 geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Hieruit blijkt dat de informatieverplichting, de sollicitatieverplichting en de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan nog steeds niet (voldoende) zijn nagekomen.
1.5.
De eindzitting heeft op 17 maart 2022 plaatsgevonden. Op deze zitting verschenen:
- [saniet] ,
- B. van Huessen namens de bewindvoerder.

2.De beoordeling

2.1.
Met het verstrijken van de looptijd eindigen voor [saniet] de verplichtingen die de WSNP met zich brengt en moet worden beoordeeld of aan haar de schone lei kan worden verleend. Daarvoor is nodig dat de verplichtingen uit de WSNP tijdens de looptijd voldoende zijn nagekomen, ofwel dat [saniet] daarin niet toerekenbaar is tekort geschoten.
2.2.
Op de zitting is gebleken dat [saniet] de ontbrekende stukken alsnog heeft overgelegd. Hierdoor is geen sprake meer van een tekortkoming in de informatieverplichting.
2.3.
Uit de stukken blijkt dat [saniet] over de periode 23 februari 2019 tot 19 augustus 2019 geen sollicitatiebewijzen heeft overgelegd en ook niet door de rechter-commissaris is vrijgesteld van de sollicitatieverplichting. Hierdoor is in beginsel sprake van een tekortkoming in de sollicitatieverplichting van zes maanden. De rechtbank is echter van oordeel dat aannemelijk is dat [saniet] over voormelde periode ook volledig arbeidsongeschikt is geweest. Dit is namelijk af te leiden uit de drie medische rapporten van de GGD in het dossier, op grond waarvan [saniet] sinds 19 augustus 2019 tot het einde van de regeling door de rechter-commissaris is vrijgesteld van de sollicitatieverplichting. Dat betekent dat weliswaar sprake is van een tekortkoming in de sollicitatieverplichting, maar dat deze vanwege haar bijzondere aard buiten beschouwing zal blijven en daardoor niet in de weg staat aan toekenning van de schone lei.
2.4.
Op de zitting is gesproken over de omstandigheid dat het [saniet] niet lukt de nieuwe schulden aan [X] te betalen, omdat [X] deze betaling -om onbekende redenen- tijdens de WSNP niet accepteert. Met [saniet] en de bewindvoerder is afgesproken dat de zus van [saniet] een bedrag ter hoogte van de nieuwe schulden overmaakt naar de boedelrekening, zodat de bewindvoerder het geld (geforceerd) overmaakt aan [X] . Nu dit op dit 24 maart 2022 is gebeurd, is geen sprake meer van een tekortkoming in de nakoming van de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan.
2.5.
De overige verplichtingen zijn door [saniet] naar behoren nagekomen. Dat betekent dat de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd met de schone lei. Er zijn geen redenen gebleken om tot een ander oordeel te komen.
2.6.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat [saniet] (toerekenbaar) in de nakoming van één uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten en bepaalt dat deze tekortkoming gezien haar bijzondere aard buiten beschouwing blijft;
- stelt vast dat [saniet] niet (toerekenbaar) in de nakoming van de overige uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
- verstaat dat de verplichtingen van [saniet] zijn geëindigd op 4 maart 2022, maar dat de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.932,47 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is;
- stelt het vastrecht vast op € 666,-, voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2022.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.