Uitspraak
wonende op een geheim adres binnen het arrondissement van de rechtbank Den Haag.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in de schuldsaneringsregeling van een schuldenares, die niet op de zitting is verschenen, ondanks dat zij op de juiste manier was opgeroepen. De bewindvoerder had op 3 januari 2022 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling ingediend, omdat de schuldenares niet voldeed aan haar informatie- en sollicitatieverplichtingen sinds mei 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares niet aan deze verplichtingen heeft voldaan en dat zij geen uitleg heeft gegeven voor haar afwezigheid op de zitting. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de schuldenares de verplichtingen niet is nagekomen en dat dit aan haar te verwijten is.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de ernst van de situatie zodanig is dat de schuldsaneringsregeling tussentijds moet worden beëindigd. De rechtbank heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder schone lei, wat betekent dat de schuldeisers hun vorderingen weer kunnen verhalen op de schuldenares. Daarnaast heeft de rechtbank de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.002,11, voor zover de boedel toereikend is, en opdracht gegeven om een eventueel resterend boedelsaldo te verdelen onder de schuldeisers.
Deze beslissing is genomen door mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2022.