ECLI:NL:RBDHA:2022:2910
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in planschade en de rol van deskundigen bij besluitvorming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem over een tegemoetkoming in planschade. Eiser, eigenaar van een onroerende zaak, had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in planschade naar aanleiding van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Roelofarendsveen Zuid". In het primaire besluit van 18 juli 2018 werd eiser een bedrag van € 4.000,- toegekend, gebaseerd op een deskundigenadvies van Thorbecke BV. Eiser was het niet eens met het bestreden besluit van 30 januari 2019, waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard, en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (STAB) als deskundige benoemd om een rapport uit te brengen over de zaak. De STAB concludeerde dat de planologische mutatie niet heeft geleid tot een planologische verslechtering, maar dat er wel sprake was van een beperkte planologische verbetering. De rechtbank oordeelde dat het advies van de STAB zorgvuldig was en dat er geen aanknopingspunten waren voor twijfel aan de juistheid ervan. Eiser voerde aan dat de deskundige onvoldoende onderzoek had gedaan en dat de waarde van zijn onroerend goed was gedaald door de planologische wijziging.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat verweerder terecht de tegemoetkoming van € 4.000,- had toegekend, en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. De rechtbank benadrukte dat de bestuursrechter in beginsel mag afgaan op het oordeel van een onafhankelijke deskundige, tenzij er ernstige gebreken in het advies zijn aangetoond. De uitspraak werd gedaan door mr. D.R. van der Meer, in aanwezigheid van drs. A.C.P. Witsiers, griffier.