ECLI:NL:RBDHA:2022:2928

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
31 maart 2022
Zaaknummer
NL:TZ:0000146028:B001
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot inschakeling van een advocaat door beschermingsbewindvoerder in strafprocedure

In deze zaak verzoekt de beschermingsbewindvoerder de kantonrechter om machtiging te verlenen voor het inschakelen van een advocaat voor betrokkene, die als verdachte in een strafprocedure moet verschijnen. Betrokkene heeft aangegeven zelf zijn verdediging te willen voeren en wenst geen advocaat. De kantonrechter heeft het verzoek op 16 februari 2022 afgewezen. De beschermingsbewindvoerder stelt dat betrokkene, die is aangehouden wegens winkeldiefstal, niet in staat is om zichzelf adequaat te verdedigen. Betrokkene moet op 8 maart 2022 voorkomen en heeft recht op een toegewezen advocaat, maar weigert deze bijstand. De kantonrechter overweegt dat de bijstand van een advocaat in de strafprocedure niet verplicht is en dat de beschermingsbewindvoerder geen bevoegdheid heeft om tegen de wil van betrokkene een advocaat in te schakelen. De wetgeving omtrent bewindvoering en de rol van de bewindvoerder in strafprocedures worden besproken. De kantonrechter concludeert dat er geen wettelijke basis is voor het verzoek en wijst dit af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Toezicht
Locatie 's-Gravenhage
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000146028:B001
beschikkingsnummer
:
2
datum
:
16 februari 2022

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van

[beschermingsbewindvoerder]

,
[adres] ,
Kamer van Koophandel-nummer [nummer kvk] ,
hierna te noemen: verzoekster,
met betrekking tot:

[rechthebbende] ,wonende te [plaats] ,geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, ontvangen op 9 februari 2022.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Verzoekster vraagt machtiging om, tegen de wil van betrokkene, een advocaat in te schakelen.
Ter onderbouwing van het verzoek stelt verzoekster, samengevat, het volgende.
Betrokkene is aangehouden wegens winkeldiefstal en heeft zich verzet bij aanhouding. Hij moet op 8 maart 2022 voorkomen. Vanuit het piket is aan betrokkene een advocaat toegewezen. De eigen bijdrage van de toevoeging bedraagt € 675,--.
Verzoekster is van mening dat betrokkene zelf zijn verdediging niet kan voeren en dat een advocaat daarom noodzakelijk is. Hij heeft de financiële middelen om dit te betalen. Betrokkene wil echter zichzelf verdedigen. Verzoekster vraagt daarom om machtiging om betrokkene verplicht te laten verdedigen door een advocaat. Verzoekster kan niet overzien wat de strafmaat zal zijn bij een dergelijk vergrijp. De advocaat kan dit ook niet inschatten omdat zij nog geen inzage heeft gehad in het dossier.
De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek moet worden afgewezen.
In de strafprocedure is de bijstand door een advocaat niet verplicht. De vraag is of de beschermingsbewindvoerder bevoegd is om voor betrokkene toch bijstand door een advocaat te regelen, ondanks dat betrokkene die bijstand zelf niet wil.
Tijdens het bewind komen het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen niet toe aan de rechthebbende, maar aan de bewindvoerder, met inachtneming van de in de wet vermelde voorwaarden (artikel 1:438 leden 1 en 2 BW). De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak in en buiten rechte (artikel 1:441 lid 1 BW). Hiermee strookt dat de bewindvoerder in een eventueel geding over een onder bewind gesteld goed optreedt als formele procespartij ten behoeve van de rechthebbende (Hoge Raad, 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:525).
De strafprocedure gaat in beginsel niet over een onder bewind gesteld goed en de beschermingsbewindvoerder is dan ook geen partij in die procedure. Dat mogelijk een boete en/of andere financiële maatregel zal kunnen worden opgelegd door de strafrechter, maakt nog niet dat de procedure over een onder bewind gesteld goed gaat. Ook uit artikel 51f, vierde lid, laatste volzin, Wetboek van Strafvordering volgt dat ten aanzien van de verdachte de bepalingen betreffende bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, niet van toepassing zijn.
Gelet op het vorenstaande is er geen wettelijke basis om, tegen de wil van betrokkene, machtiging te verlenen om een advocaat in te schakelen in de strafprocedure. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. D. de Loor, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2022.
de griffier, de kantonrechter,
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.