ECLI:NL:RBDHA:2022:2955

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
C/09/18/290 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van sollicitatieverplichting

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in de schuldsaneringsregeling van [saniet], die op 16 augustus 2018 was toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De bewindvoerder heeft op 20 januari 2022 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling ingediend, omdat [saniet] haar sollicitatieverplichting niet nakwam, ondanks eerdere afspraken met de bewindvoerder en de rechter-commissaris. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat [saniet] niet voldoende inspanningen heeft geleverd om aan haar verplichtingen te voldoen. De rechter-commissaris had de looptijd van de regeling op 12 oktober 2021 met 15 maanden verlengd om [saniet] de kans te geven haar tekortkomingen te compenseren, maar dit heeft niet geleid tot verbetering. De rechtbank concludeert dat het niet-nakomen van de sollicitatieverplichting aan [saniet] is te verwijten en dat de tekortkomingen zo ernstig zijn dat de regeling tussentijds moet worden beëindigd. De rechtbank heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de schuldsaneringsregeling beëindigd, met een vaststelling van de vergoeding van de bewindvoerder op € 4.203,80, voor zover de boedel toereikend is.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/18/290 R
vonnis van 31 maart 2022
in de schuldsaneringsregeling van:
[saniet]
geboren op [geboortedatum]-1980 te [geboorteplaats] (Dom1nicaanse Republiek),
wonende te [adres, postcode en woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[saniet] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De bewindvoerder heeft een verzoek tot tussentijdse beëindiging gedaan. De rechtbank beoordeelt nu of dat verzoek moet worden toegewezen. Als dat gebeurt wordt de WSNP zonder schone lei beëindigd voor de oorspronkelijke einddatum van die regeling. Dat betekent dat schuldeisers hun vorderingen weer op [saniet] kunnen verhalen en dat zij tien jaar lang niet opnieuw kan worden toegelaten tot de WSNP.
De rechtbank zal het verzoek van de bewindvoerder toewijzen. Zij legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.1. Verloop van de procedure

1.1.
[saniet] is op 16 augustus 2018 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is, voor het laatst, mr. R.G.C. Veneman tot rechter-commissaris en, voor het laatst, D.H.H. Graven-Quasters te Voorburg tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De looptijd van de regeling is drie jaar en loopt dus in beginsel af op 16 augustus 2021. In deze regeling heeft de rechter-commissaris op 12 oktober 2021 de looptijd van de regeling verlengd met 15 maanden, zodat deze eindigt op 16 november 2022.
1.3.
De (voormalig) bewindvoerder heeft op 20 januari 2022 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling gedaan. Volgens de (voormalig) bewindvoerder komt [saniet] ook na de verlengingsbeschikking van 12 oktober 2021 de sollicitatieverplichting niet na.
1.4.
De bewindvoerder heeft in aanloop naar de zitting de rechtbank bij brief van 10 maart 2022 geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Hieruit blijkt dat de sollicitatieverplichting nog steeds niet wordt nagekomen.
1.5.
Het verzoek is op de zitting van 17 maart 2022 behandeld. Op die zitting verschenen:
- [saniet] , vergezeld door haar dochter,
- S. Rodriguez van Verkerk & Vos Bewindvoeringen, beschermingsbewindvoerder,
- de bewindvoerder.

2.De beoordeling

2.1.
Van personen die zijn toegelaten tot de WSNP wordt verwacht dat zij zich maximaal inspannen om te voldoen aan de daaraan verbonden verplichtingen. Deze verplichtingen bestaan (samengevat) uit het verstrekken van voldoende informatie aan de bewindvoerder, de inspanning om fulltime betaald te werken of aantoonbaar te solliciteren naar betaald fulltime werk, het niet laten ontstaan van nieuwe schulden en het afdragen van een bepaald deel van het inkomen aan de boedel.
2.2
De rechtbank moet beoordelen of het verwijt dat [saniet] niet aan een van deze verplichtingen voldoet gegrond is en als dat zo is, of dat dan ook moet leiden tot tussentijdse beëindiging van de regeling.
2.3
Uit de stukken en wat op zitting is besproken blijkt het volgende. Op 12 oktober 2021 heeft de rechter-commissaris de regeling van [saniet] met 15 maanden verlengd om haar in de gelegenheid te stellen de tekortkoming in de sollicitatieverplichting van 15 maanden te compenseren en zodoende de schuldsaneringsregeling alsnog tot een goed einde te brengen. Deze verlenging heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een verhoor op 4 mei 2021 en in samenspraak met [saniet] . Bij dat verhoor zijn (wederom) de sollicitatieverplichting en de wijze waarop daar invulling aan moet worden gegeven uitgebreid aan de orde gekomen. Er is zelfs door de (voormalig) bewindvoerder en de griffier voor gezorgd dat met spoed op 26 augustus 2021 door Team Kanton van de rechtbank Den Haag een Spaanssprekende beschermingsbewindvoerder is benoemd. Al deze inspanningen hebben geleid tot een verbetering in de nakoming van de informatieverplichting, maar niet tot verbetering van de nakoming in de sollicitatieverplichting. Sinds het verhoor op 4 mei 2021 heeft de bewindvoerder geen sollicitatiebewijzen ontvangen. [saniet] komt haar sollicitatieverplichting dus nog steeds niet na, ondanks dat zij met de bewindvoerder en de rechter-commissaris heeft afgesproken dat zij (eventueel met mevrouw Rodriguez) hulp zou zoeken bij het (leren) lezen van de Nederlandse taal en het opstellen van sollicitatiebrieven. Ook in aanloop naar de zitting zijn er geen sollicitatiebewijzen overgelegd, waardoor voor de rechtbank niet aannemelijk is dat er nog verbetering in de nakoming van de sollicitatieverplichting zal komen.
2.4
De rechtbank is van oordeel dat het niet-nakomen van de sollicitatieverplichting aan [saniet] is te verwijten. [saniet] wist vanaf het begin van de schuldsaneringsregeling dat zij moest solliciteren en dat zij zonodig daarvoor hulp moest zoeken. Het gaat hier om een verplichting waarvan de verantwoordelijkheid voor nakoming bij [saniet] ligt. [saniet] heeft de haar geboden kans om alsnog invulling te geven aan de sollicitatieplicht laten liggen. De -nog steeds oplopende- tekortkoming is toerekenbaar en zo ernstig dat de regeling tussentijds moet worden beëindigd. De rechtbank zal het verzoek van de bewindvoerder daarom toewijzen.
2.5
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt de schuldsaneringsregeling tussentijds;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 4.203,80,- (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2022.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.