ECLI:NL:RBDHA:2022:3147
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen beëindiging Ziektewet-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De verzoeker had in eerste instantie een Ziektewet-uitkering die per 30 november 2020 door verweerder was beëindigd. Dit besluit werd door de verzoeker bestreden, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit. Op 6 oktober 2021 heeft verweerder echter een nieuwe beslissing genomen, waarbij de verzoeker met terugwerkende kracht een Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA-uitkering) is toegekend, met ingang van 19 april 2020. Hierop heeft de verzoeker zijn beroep tegen het bestreden besluit ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek om proceskostenvergoeding toe te lichten. Verweerder was van mening dat het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen moest worden, omdat er geen gewijzigd besluit was genomen voorafgaand aan de intrekking van het beroep. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder wel degelijk tegemoet is gekomen aan de verzoeker, ondanks dat het bestreden besluit niet was ingetrokken. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was ten tijde van het bestreden besluit. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 759,-. Daarnaast is verweerder verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.