Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
[gerekestreerde 2],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn B.V. (NIHW) op 5 april 2022 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Den Haag, waarin zij verlof vraagt voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag op digitale bescheiden van de Staat der Nederlanden, in het bijzonder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en de voormalige minister van VWS. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een geschil over een mondkapjesdeal die NIHW in april 2020 met VWS had willen sluiten, maar die door VWS werd afgebroken. NIHW stelt dat er sprake was van een rechtens perfecte koopovereenkomst en dat VWS onrechtmatig heeft gehandeld door de onderhandelingen af te breken en in plaats daarvan een overeenkomst aan te gaan met een andere partij, wat volgens NIHW in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur.
De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van het verzoek en de bijbehorende producties. NIHW heeft betoogd dat er gegronde vrees bestaat dat relevante digitale bescheiden verloren zullen gaan, vooral omdat de voormalige minister zijn privémail zou hebben gebruikt voor communicatie over de mondkapjesdeal. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat NIHW onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat beslaglegging noodzakelijk is, aangezien er minder ingrijpende manieren zijn om de gewenste informatie te verkrijgen, zoals via een WOB-verzoek. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek tot verlof voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag niet voor toewijzing in aanmerking komt.
De beschikking is gegeven door mr. T.F. Hesselink en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2022.