ECLI:NL:RBDHA:2022:3411
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C. van Boven - Hartogh
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek zonder bekend adres
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser met onbekende bestemming uit de opvang is vertrokken en er geen contact meer was met zijn gemachtigde. De gemachtigde heeft niet gereageerd op verzoeken van de rechtbank om informatie over de verblijfplaats van eiser. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat eiser nog prijs stelde op de door hem gezochte bescherming in Nederland.
De rechtbank heeft op basis van de feiten en omstandigheden geconcludeerd dat eiser geen belang meer had bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.