ECLI:NL:RBDHA:2022:3423
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft de voorzieningenrechter op 6 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag van een verzoeker, die op 1 maart 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 6 april 2022, die plaatsvond in Breda, is de verzoeker niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Dit besluit is genomen op basis van de uitspraak in een andere zaak (NL22.3495), waarin de rechtbank al een beslissing had genomen op het beroep van de verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.