ECLI:NL:RBDHA:2022:3425

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
AWB 21/5612
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Orhan, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat het bezwaar van verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot afgifte van een document op grond van de Vreemdelingenwet had ongegrond verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar had het vereiste griffierecht van € 181 niet betaald.

De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om ontvankelijk te zijn in het verzoek. Verzoeker was bij aangetekende brief op 1 oktober 2021 geïnformeerd dat het griffierecht binnen twee weken moest worden betaald, anders zou het verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard. Aangezien verzoeker het griffierecht niet had betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim had gegeven, verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 21/5612

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A. Orhan)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 22 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw [1] ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die de voorzieningenrechter verzoekt om een voorlopige voorziening te treffen, moet op grond van artikel 8:82, eerste lid van de Awb griffierecht betalen. Voor deze zaak is het griffierecht vastgesteld op € 181. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet zijn betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. Bij aangetekende brief van 1 oktober 2021 is verzoeker er op gewezen dat het griffierecht binnen twee weken moet zijn betaald en dat anders het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
4. Verzoeker heeft het griffierecht niet betaald. Verzoeker heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, op 7 april 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
de griffier is buiten staat deze uitspraak
mee te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.