ECLI:NL:RBDHA:2022:3503

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
NL22.2970
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Nigeriaanse eiser wegens gebrek aan geloofwaardigheid van gestelde bedreigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser. De eiser had op 8 augustus 2021 een opvolgende asielaanvraag ingediend, waarin hij stelde dat hij in Nigeria werd bedreigd door zijn stiefmoeder en leden van de criminele organisatie 'Black Axe'. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen als ongegrond, omdat de gestelde problemen niet geloofwaardig werden geacht. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser over de bedreigingen door zijn stiefmoeder en de Black Axe niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft daarbij gewezen op tegenstrijdigheden in de verklaringen van de eiser en het gebrek aan concreet bewijs, zoals de niet-geslaagde vertoning van een video-opname waarin de stiefmoeder zich zou verontschuldigen voor haar daden. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria nog te vrezen had van zijn stiefmoeder of de Black Axe. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.2970

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. B.J. Manspeaker),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

ProcesverloopBij besluit van 18 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 25 maart 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen V. Emechete. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en bezit de Nigeriaanse nationaliteit. Op 17 oktober 2019 heeft hij in Nederland een eerste asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 9 januari 2020 heeft verweerder de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling hiervan. Eiser is echter niet tijdig overgedragen aan Italië, waardoor Nederland verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van eisers asielaanvraag. Eiser is daarom uitgenodigd om opnieuw een asielaanvraag in te dienen.
2. Eiser heeft een opvolgende aanvraag op 8 augustus 2021 ingediend. Daaraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij Nigeria heeft verlaten omdat zijn stiefmoeder hem heeft proberen te vermoorden. Eiser is de oudste zoon van zijn vader en heeft na het overlijden van zijn vader, recht op diens eigendommen. Door hem te vermoorden, zou eisers stiefmoeder willen bereiken dat haar eigen oudste zoon het recht op deze eigendommen zou verkrijgen. Daarnaast vreest eiser bij terugkeer gedood te worden door de leden van de criminele organisatie (cult) ‘Black Axe’, omdat hij zich niet bij hen wilde aansluiten.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag van eiser afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw. [1] Verweerder heeft de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. Eisers verklaringen over de door hem ondervonden problemen met zijn stiefmoeder worden niet geloofwaardig geacht. Ook de problemen die eiser stelt te hebben ondervonden vanwege het weigeren van het lidmaatschap van Black Axe worden door verweerder niet geloofwaardig geacht.
4. Eiser stelt dat de aanvraag ten onrechte is afgewezen. Uit de concrete verklaringen van zijn halfbroers en halfzussen volgt dat de poging tot vergiftiging door de stiefmoeder is uitgevoerd. Daarnaast heeft eiser van zijn vader en oma gehoord dat de stiefmoeder haar poging tot vergiftiging ook tegen hen heeft erkend. Eiser meent dat het erfrecht in Nigeria een concrete omstandigheid is waartegen de poging om eiser te vermoorden moet worden gezien. Eiser is immers de oudste zoon van zijn vader. Eiser stelt verder dat zijn stiefmoeder hem enkel basale gegevens over haarzelf heeft verteld doordat de verhoudingen tussen hun nooit goed zijn geweest. Dat eiser weer met zijn stiefmoeder communiceert, wil nog niet zeggen dat hij zijn stiefmoeder ten volle vertrouwt.
Met betrekking tot de problemen met de Black Axe stelt eiser dat hij niet weet waarom [naam] hem heeft meegenomen naar het feest in 2012/2013, of wat de leden van de Black Axe wilden doen na afloop daarvan. Eiser heeft uitgebreid verklaard over het ontsnappen van het feest, waardoor het onredelijk is om een nuance tegen te werpen. Hij weet niet of de vertaling van het woord ‘wegglippen’ door de tolk als zodanig is vertaald. Vanwege het niet willen behoren tot de Black Axe heeft eiser zich daar ook niet in verdiept. Hij kan wel de uiterlijke kenmerken van de leden benoemen. Volgens eiser is tijdens het gehoor niet expliciet gevraagd naar de huiszoekingen. Eiser heeft na het feest ondergedoken gezeten op verschillende adressen, voordat hij naar Kaduna State vertrok. Tot slot heeft eiser een trauma opgelopen vanwege een mishandeling/poging tot doodslag in AZC Dronten. Eiser meent voldoende geloofwaardig te hebben verklaard over zijn problemen in Nigeria.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Wat in de gronden van beroep is aangevoerd over de gestelde problemen met de stiefmoeder, kan niet leiden tot een geslaagd beroep. Dat eisers halfbroers en halfzussen tegenover hem hebben erkend dat de stiefmoeder hem heeft geprobeerd te vergiftigen, en dat eiser dit ook van zijn vader en oma heeft gehoord, heeft verweerder in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd weerlegd. Zo heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser tijdens het gehoor niet heeft gezegd dat zijn halfbroers en halfzussen tegenover eiser hebben erkend dat de stiefmoeder hem heeft geprobeerd te vergiftigen. Eiser heeft slechts verklaard dat zij zich hebben verontschuldigd voor wat zijn stiefmoeder hem heeft aangedaan. [2] Verweerder heeft ook niet ten onrechte overwogen dat zijn aanname dat de stiefmoeder gepoogd heeft om eiser te vermoorden slechts is gebaseerd op vermoedens. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat eiser zelf heeft verteld dat het contact met zijn stiefmoeder inmiddels is hersteld en dat hij ook bij een eventuele terugkeer het contact zal onderhouden. Op 24 maart 2022 is een video-opname aangekondigd waarin de stiefmoeder de poging tot vergiftiging erkent. De rechtbank heeft vertoning van de video niet toegestaan, omdat daaraan geen bewijswaarde kan worden toegekend. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat daarin is te zien dat de stiefmoeder zich verontschuldigt voor wat zij eiser heeft aangedaan. Daarmee is echter niet gezegd dat eiser nu nog te vrezen heeft voor zijn stiefmoeder. Dat eiser zijn stiefmoeder niet vertrouwt, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat eiser heeft verklaard dat zijn stiefmoeder ernstig ziek is. De conclusie is dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat het niet aannemelijk is dat eiser bij terugkeer naar Nigeria nog iets te vrezen heeft van de kant van zijn stiefmoeder.
6. In het voornemen heeft verweerder gemotiveerd waarom eiser niet gevolgd wordt in de gestelde problemen met de Black Axe, waarbij gewezen is op diverse eigenaardigheden in het relaas van eiser. In het bestreden besluit stelt verweerder terecht dat eiser in de zienswijze slechts niet nader geconcretiseerde mogelijkheden en vermoedens heeft aangevoerd ter verklaring van de handelwijze van Nosa en de cult. Ook de beroepsgronden bieden geen concrete aanknopingspunten. Verweerder heeft verder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over het ontsnappen tijdens het feest. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat van iemand die stelt dat de problemen met de Black Axe de reden waren voor zijn vertrek uit Nigeria mag worden verwacht dat hij daarover meer over kan vertellen dan slechts algemeenheden. Ook heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij wisselend heeft verklaard over het moment van zijn vertrek en zijn verblijf in Kaduna. Verweerder heeft daarom ook de gestelde problemen met Black Axe niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
7. Op 24 maart 2021 is de vertoning van een video-opname aangekondigd waarin de neef van eiser wordt bedreigd door de leden van Black Axe. Tijdens de zitting is het echter niet gelukt om de video-opname af te spelen. Eiser is wel in de gelegenheid gesteld om te beschrijven wat er op de opname te zien is. Verweerder heeft terecht overwogen dat de door eiser overgelegde video-opname geen sluitend bewijs kan opleveren van eisers relaas. De situatie kan in scene zijn gezet en niet kan worden vastgesteld wie de personen zijn die op de opname te zien zijn. Ook is niet gebleken dat de door eiser gestelde mishandeling/poging tot doodslag in AZC Dronten afkomstig is van de leden van Black Axe. Eiser heeft gesteld dat er audio-opnames zijn van bedreigingen door leden van Black Axe, maar ook hiervoor geldt dat de opnames in scene kunnen zijn gezet en dat niet kan worden vastgesteld dat de bedreigingen daadwerkelijk van Black Axe afkomstig zijn.
8. Tot slot is niet gebleken dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met eisers leeftijd en zijn medische en psychische gesteldheid. Eiser heeft niet geconcretiseerd, laat staan met stukken onderbouwd, dat het bestreden besluit in dit opzicht onzorgvuldig is voorbereid of ondeugdelijk is gemotiveerd.
9. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Pagina 8 en 10 van het rapport van nader gehoor.