ECLI:NL:RBDHA:2022:3504

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
NL22.3083
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Litouwse onderdaan niet-ontvankelijk verklaard op basis van Protocol nr. 24

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Litouwse onderdaan. Eiseres, die op 11 januari 2022 asiel heeft aangevraagd, heeft aangevoerd dat zij door Litouwse autoriteiten is bedreigd vanwege haar kritiek op het beleid dat gericht is op het afpakken van kinderen van gezinnen. Daarnaast heeft zij een strafzaak lopen wegens laster. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiseres echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij onderdaan is van een EU-lidstaat en de situaties genoemd in Protocol nr. 24 niet op haar van toepassing zijn.

De rechtbank heeft de zaak op 25 maart 2022 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar stelling dat zij niet veilig kan terugkeren naar Litouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Litouwse autoriteiten haar internationale verplichtingen niet nakomen en dat Litouwen niet als een veilig land kan worden beschouwd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar asielrelaas naar voren te brengen en dat er geen aanleiding was om het gehoor te onderbreken.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de beslissing van de staatssecretaris bevestigd. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.3083

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.M. van Woensel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

ProcesverloopBij besluit van 23 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.3084, op 25 maart 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiseres is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen N. Epstein. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft de Litouwse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum]. Zij heeft op 11 januari 2022 asiel aangevraagd in Nederland.
2. Eiseres vertelt dat zij door verschillende Litouwse instanties is bedreigd omdat zij kritiek heeft geuit op het beleid dat de autoriteiten er naar streven om kinderen van gezinnen af te pakken. Voorts loopt er een strafzaak tegen eiseres, omdat ze haar ex-partner via sociale media valselijk heeft beschuldigd van pedofilie en misbruik van hun dochters. Zij ontkent dit en verklaart dat haar account door de autoriteiten was gehackt, uit wraak voor haar kritische uitingen op het beleid. Op 18 juni 2019 heeft [naam] bij eiseres ingebroken en heeft hij geprobeerd haar te vermoorden. Zij vermoedt dat ook dit een vooropgezet plan is geweest van de Litouwse autoriteiten. Vanwege al het voorgenoemde staat eiseres in de negatieve belangstelling van de Litouwse autoriteiten en vreest zij bij terugkeer te worden opgepakt, gemarteld en vermoord.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder deze aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie en de situaties genoemd in het Protocol nr. 24 [1] niet op eiseres van toepassing zijn.
4. Eiseres beroept zich op artikel 1, aanhef en onder d, van het Protocol. Verweerder had haar asielaanvraag eenzijdig in behandeling moeten nemen nu zij problemen heeft met de Litouwse autoriteiten en die problemen niet opgelost kunnen worden. Voor voorkomende problemen kan eiseres zich niet wenden tot de (hogere) Litouwse autoriteiten. Tot slot voert eiseres aan dat het gehoor onderbroken (opgeknipt) had moeten worden, omdat zij in zeer moeilijke omstandigheden verkeert.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Onderbreking gehoor
5. Verweerder heeft eiseres niet aanvullend hoeven te horen. Niet is gebleken dat eiseres onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om te verklaren. Verweerder is in het bestreden besluit gemotiveerd ingegaan op wat eiseres in de zienswijze heeft aangevoerd. Nu eiseres deze grond in beroep niet nader heeft onderbouwd en evenmin heeft uitgelegd waarom de motivering van het bestreden besluit op deze punten onjuist is, kan de verwijzing naar de zienswijze niet leiden tot het daarmee door eiseres beoogde resultaat. De gehoormedewerker heeft voldoende inspanningen verricht om eiseres te ondersteunen bij het naar voren brengen van haar asielrelaas. Eiseres heeft kenbaar gemaakt dat ze in staat is om te verklaren [2] en derhalve om haar relaas gestructureerd naar voren te brengen. Dat eiseres psychische klachten zou hebben waardoor zij niet in staat zou zijn geweest om gehoord te worden, is niet onderbouwd. Ook heeft eiseres tijdens het gehoor niet gezegd dat ze behoefte heeft aan een pauze. Ondanks het feit dat de gehoormedewerker moeite had om eiseres bij de les te houden, heeft zij haar asielrelaas voldoende naar voren kunnen brengen. Verweerder heeft dan ook geen aanleiding hoeven te zien om het gehoor te onderbreken zodat eiseres tot rust kon komen. Verweerder mocht voor de beoordeling van de asielaanvraag van eiseres uitgaan van het rapport gehoor EU-onderdaan.
Uitsluitingsgrond Protocol
6. Op grond van het Protocol kan een asielaanvraag slechts ontvankelijk worden verklaard, indien sprake is van één van de in het Protocol genoemde gevallen. Het betreft situaties waardoor niet langer op voorhand wordt aangenomen dat een lidstaat kan worden beschouwd als een veilig land. Pas in de beroepsgronden heeft eiseres een beroep gedaan op de uitsluitingsgrond zoals genoemd in artikel 1, aanhef en onder d, van het Protocol. Daarin staat dat een asielaanvraag wel ontvankelijk kan worden verklaard:
d) indien een lidstaat hiertoe eenzijdig besluit in verband met de aanvraag van een onderdaan van een andere lidstaat; in dat geval wordt de Raad onverwijld op de hoogte gesteld; de aanvraag wordt behandeld op basis van het vermoeden dat zij duidelijk ongegrond is zonder op enigerlei wijze, in welk geval dan ook, van invloed te zijn op de beslissingsbevoegdheid van de lidstaat.
7. Niet in geschil dat eiseres van Litouwse nationaliteit is. Daarmee staat vast dat zij onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie en dat het Protocol op haar asielaanvraag van toepassing is. Verweerder mag er, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, in beginsel van uitgaan dat Litouwen haar internationale verplichtingen nakomt. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat dit in haar geval anders is.
8. Verweerder heeft in redelijkheid geen aanleiding hoeven te zien om toepassing te geven aan de uitsluitingsgrond zoals genoemd in artikel 1, aanhef en onder d, van het Protocol. Verweerder heeft aan eiseres kunnen tegenwerpen dat zij met haar verklaringen geen concrete aanknopingspunten naar voren heeft gebracht die aannemelijk maken dat Litouwen ten aanzien van haar de internationale verplichtingen niet nakomt en dat Litouwen voor eiseres niet kan worden aangemerkt als een veilig land. Dat eiseres door verschillende Litouwse instanties zou zijn bedreigd vanwege haar kritiek op het beleid, is op geen enkele manier onderbouwd. Uit de brief van de kinderbescherming blijkt niet dat zij persoonlijk van spionage zou zijn verdacht. Ook is er een aanhoudingsbevel tegen eiseres uitgevaardigd, omdat zij veroordeeld is voor laster en omdat zij zonder toestemming van de officier van justitie Litouwen heeft verlaten. Dat dit een vooropgezet plan is van de Litouwse autoriteiten vanwege haar kritiek op het beleid, is op geen enkele manier aannemelijk gemaakt. Dat [naam] door de Litouwse autoriteiten zou zijn ingehuurd, is ook slechts een vermoeden van eiseres, zo blijkt uit de zienswijze.
9. Voor bescherming tegen eventuele problemen dient eiseres zich te wenden tot de (hogere) Litouwse autoriteiten. De beroepsgrond van eiseres dat dit voor haar niet mogelijk is, slaagt evenmin. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet nader heeft toegelicht of onderbouwd dat de autoriteiten van Litouwen haar bij voorkomende problemen niet zouden kunnen of willen helpen. Zo heeft eiseres aangifte gedaan vanwege inbraak en poging tot moord. Dat er weinig aanknopingspunten waren om er een zaak van te maken, doet niets af aan het feit dat de Litouwse autoriteiten aandacht hebben besteed aan de zaak. Voor zover eiseres stelt dat zij het tegendeel kan bewijzen met aanvullende documenten, wordt overwogen dat zij voldoende gelegenheid heeft gehad om die documenten over te leggen. Eiseres is immers, zo volgt uit haar verklaringen, op 26 augustus 2021 in Nederland aangekomen en zij heeft pas op 11 januari 2022 asiel aangevraagd. Niet is gebleken dat het voor eiseres niet mogelijk was om deze documenten eerder over te leggen. Voor zover eiseres stelt dat zij de documenten niet eerder heeft kunnen laten vertalen, wordt overwogen dat eiseres niet heeft uitgelegd waarom dat niet mogelijk was.
10. Verweerder heeft niet ten onrechte besloten geen toepassing te geven aan artikel 1, aanhef en onder d, van het Protocol en heeft de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard.
slotsom
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr.Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Protocol nr. 24 inzake Asiel voor Onderdanen van Lidstaten van de Europese Unie van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (het Protocol).
2.Pagina 2 van het rapport gehoor EU onderdaan.