ECLI:NL:RBDHA:2022:3504
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Litouwse onderdaan niet-ontvankelijk verklaard op basis van Protocol nr. 24
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Litouwse onderdaan. Eiseres, die op 11 januari 2022 asiel heeft aangevraagd, heeft aangevoerd dat zij door Litouwse autoriteiten is bedreigd vanwege haar kritiek op het beleid dat gericht is op het afpakken van kinderen van gezinnen. Daarnaast heeft zij een strafzaak lopen wegens laster. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiseres echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij onderdaan is van een EU-lidstaat en de situaties genoemd in Protocol nr. 24 niet op haar van toepassing zijn.
De rechtbank heeft de zaak op 25 maart 2022 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar stelling dat zij niet veilig kan terugkeren naar Litouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Litouwse autoriteiten haar internationale verplichtingen niet nakomen en dat Litouwen niet als een veilig land kan worden beschouwd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar asielrelaas naar voren te brengen en dat er geen aanleiding was om het gehoor te onderbreken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de beslissing van de staatssecretaris bevestigd. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.