ECLI:NL:RBDHA:2022:3635
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan contact en verblijfplaats
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 2 maart 2022 de opvang zelfstandig heeft verlaten en met onbekende bestemming is vertrokken. Ondanks een verzoek van de rechtbank aan de gemachtigde van eiser om te bevestigen of er nog contact was met eiser, heeft de gemachtigde niet gereageerd en aangegeven dat noch eiser noch de gemachtigde ter zitting zouden verschijnen.
De rechtbank concludeert dat, doordat niet kan worden vastgesteld dat de gemachtigde nog contact heeft met eiser en niet weet waar eiser verblijft, eiser niet langer prijs stelt op de eerder verzochte internationale bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen rechtens te beschermen belang meer bij de beoordeling van het beroep, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.