ECLI:NL:RBDHA:2022:397
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en inreisverbod na medisch onderzoek en beoordeling van geloofwaardigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2022 uitspraak gedaan over de afwijzing van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had beroep ingesteld tegen het besluit van 17 december 2021, waarin zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar de eiser, bijgestaan door een tolk, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser voorafgaand aan het gehoor medisch was onderzocht door MediFirst. De arts concludeerde dat de eiser niet in staat was om adequaat te antwoorden, maar desondanks is besloten om het gehoor door te laten gaan. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht had gebaseerd op de verklaringen van de eiser tijdens het gehoor, die consistent waren, maar niet geloofwaardig. Het Verenigd Koninkrijk werd als een veilig land van herkomst beschouwd, wat leidde tot de conclusie dat de asielaanvraag terecht was afgewezen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de eiser Nederland onmiddellijk moest verlaten, met een inreisverbod voor de duur van twee jaar. De rechtbank wees erop dat de stelling van de eiser dat het inreisverbod niet passend was, niet voldoende was om het besluit van de staatssecretaris te weerleggen. Ook de suggestie dat er nader onderzoek naar banden van de eiser in Europa had moeten plaatsvinden, werd verworpen, aangezien het aan de eiser was om concrete feiten aan te dragen. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.