ECLI:NL:RBDHA:2022:398
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.A.M. Janssen, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen. De zitting vond plaats in Middelburg, waar de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, J.E. Hynd. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Tijdens de zitting op 19 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.19730). Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar de uitspraak in de andere zaak, waarin ook op het beroep was beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak.