1.3Naar aanleiding van eisers bezwaar heeft de verzekeringsarts b&b in het rapport van 23 december 2020 de belastbaarheid van eiser heroverwogen. Op basis van dossieronderzoek en de ingebrachte informatie van GZ-psycholoog C. Dedei van 10 november 2020 ziet de verzekeringsarts b&b geen reden om af te wijken van het medisch oordeel van de eerste verzekeringsarts.
2. Eiser voert aan dat de besluitvorming van verweerder onzorgvuldig is. Bovendien is er onvoldoende rekening gehouden met de lichamelijke (nek- en rugklachten) en psychische klachten (stress, somberheid, slapeloosheid, paniekaanvallen en angsten) van eiser. Vanwege deze klachten is eiser zowel arbeidsongeschikt voor zijn eigen werk als voor ander werk.
Beoordeling door de rechtbank
3. Verweerder heeft de besluiten gebaseerd op rapporten van (verzekerings)artsen. Verweerder mag die rapporten volgen als aan drie voorwaarden is voldaan. De rapporten moeten dan:
- op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- geen tegenstrijdigheden bevatten; en
- voldoende begrijpelijk zijn.
4. Eiser heeft in beroep (medische) informatie in het geding gebracht. De verzekeringsarts b&b heeft op deze informatie gereageerd in de rapporten van 17 mei 2021 en 23 december 2021. De verzekeringsarts b&b concludeert in beide rapporten dat de ingebrachte informatie geen reden geeft voor een ander oordeel.
5. De rechtbank ziet geen aanleiding om de medische bevindingen van de verzekeringsartsen onzorgvuldig te achten. Uit de betreffende rapporten blijkt dat de verzekeringsartsen aandacht hebben besteed aan de klachten van eiser en dat de in bezwaar ingebrachte informatie van de psycholoog bij de oordeelsvorming is betrokken. Daarnaast heeft de verzekeringsarts b&b op alle in beroep ingebrachte informatie gereageerd. De rechtbank heeft ook geen aanwijzingen om de conclusies van de verzekeringsartsen niet juist te achten. De verzekeringsarts b&b heeft voldoende inzichtelijk gemotiveerd dat eiser geschikt wordt geacht voor zijn eigen werk. Zo geeft de verzekeringsarts b&b aan dat de door eiser gestelde klachten niet medisch geobjectiveerd worden. Wat betreft de door de psycholoog geconstateerde angststoornis, tonen de bevindingen van de primaire verzekeringsarts geen zodanige psychopathologie dat dit beperkingen rechtvaardigt. Bovendien is het eigen werk van eiser licht en weinig belastend, zodat overschrijdingen in zijn belastbaarheid niet aannemelijk zijn. Omdat een medisch objectieve onderbouwing voor de door eiser gestelde klachten ontbreekt, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat eiser meer beperkt is dan door de verzekeringsarts b&b is aangenomen.
6. Uit het voorgaande volgt dat eiser terecht en op goede gronden per 23 november 2020 arbeidsgeschikt wordt geacht voor zijn eigen werk.
7. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt dus geen gelijk. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.