ECLI:NL:RBDHA:2022:4040
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging
In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 april 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Dit verzoek volgde op een eerder verleende spoedmachtiging op 5 april 2022, die de minderjarige toestond om tijdelijk in een gesloten setting te verblijven vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De minderjarige, die te maken heeft gehad met verwaarlozing, huiselijk geweld en seksueel misbruik, heeft een complexe voorgeschiedenis en is afhankelijk van een veilige omgeving en vertrouwenspersonen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de pleegouders instemden met de gesloten plaatsing, maar dat er ook zorgen waren over de negatieve effecten van een langdurige gesloten plaatsing op de ontwikkeling van de minderjarige. De advocaat van de minderjarige voerde verweer tegen de gesloten plaatsing en pleitte voor een open plek, waarbij de noodzaak van een passende omgeving werd benadrukt. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige en de betrokkenheid van alle partijen in overweging genomen en geconcludeerd dat, hoewel de gesloten plaatsing niet volledig voldeed aan de wettelijke criteria, het in het belang van de minderjarige was om de machtiging voor een periode van vier weken te verlenen. Dit zou dienen als een tijdelijke oplossing totdat een meer geschikte open plek beschikbaar zou zijn.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van vier weken, tot 19 mei 2022, en het overige verzoek afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.