ECLI:NL:RBDHA:2022:4073

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2789
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing functieaanstelling op basis van hbo werkniveau

In deze zaak heeft eiser, die zich had aangemeld voor de functie van commandant patrouillegebied bij de afdeling patrouillegebied Leeuwarden, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn sollicitatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister van Defensie, verweerder in deze procedure, de functie niet aan eiser heeft toegewezen omdat hij niet voldeed aan de vereisten, met name het hbo werkniveau. Eiser heeft betoogd dat hij wel degelijk over een hbo werk- en denkniveau beschikt, onderbouwd door zijn werkervaring in het Caribisch gebied en een verklaring van zijn voormalig leidinggevende. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet over het vereiste hbo-niveau beschikt, aangezien uit de ingediende sollicitatiebrief en cv niet bleek dat hij aan de functie-eisen voldeed. De rechtbank heeft ook overwogen dat het aan eiser is om zijn geschiktheid aan te tonen en dat verweerder niet onzorgvuldig heeft gehandeld door extra informatie in te winnen over eisers werkervaring. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt, omdat niet is aangetoond dat andere kandidaten in vergelijkbare situaties zijn behandeld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de functieaanstelling op goede gronden is gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/2789

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. D. van Zoelen),
en

de minister van Defensie, verweerder

(gemachtigde: mr. H. Zilverberg)

Procesverloop

Bij besluit van 20 juni 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de functie van commandant patrouillegebied niet aan eiser toegewezen, omdat hij niet voldoet aan de functie-eisen.
Bij besluit van 22 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld
Verweerder heeft een verweerschrift en een aanvullend verweerschrift ingediend.
Eiser heeft aanvullende stukken ingediend.
De zitting heeft op 18 maart 2022 plaatsgevonden met een beeldverbinding. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, in aanwezigheid van commandant [A] en mr. [B] , personeelsadviseur.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser heeft zijn interesse kenbaar gemaakt voor de functie van commandant patrouillegebied bij de afdeling patrouillegebied Leeuwarden (de geambieerde functie).
2. Verweerder heeft uit de overlegde stukken, de sollicitatiebrief en het curriculum vitae (cv), niet kunnen afleiden dat eiser beschikt over ervaring op hbo [1] werkniveau. Vervolgens heeft verweerder informatie ingewonnen over de inhoud van de functies die eiser in het verleden heeft bekleed. Nu ook hieruit niet is gebleken dat eiser beschikt over het vereiste hbo werkniveau, is eiser in de voorselectie afgevallen.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij voldoende beschikt over een hbo werk- en denkniveau. Dit is onder meer af te leiden uit zijn laatst bekleedde functie in het Caribisch gebied, die in 2018 opnieuw is gewaardeerd op hbo werk- en denkniveau. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser verder een verklaring van zijn voormalig leidinggevende ingebracht waarin staat dat eiser op afgebakende gebieden autonomie had in het werk. Verweerder heeft impliciet erkend dat eiser beschikt over een hbo werk- en denkniveau door, met het oog op zijn sollicitatiebrief en cv, navraag te doen over zijn werkervaring. Echter, was de functionaris bij wie verweerder navraag heeft gedaan niet op de hoogte van eisers werkervaring in het Caribisch gebied. Eiser heeft ook zelf niet de mogelijkheid gehad om zijn werkervaring toe te lichten in een gesprek. Hij heeft immers twee post hbo-opleidingen gevolgd en is lid geweest van de werkgroep Situatie Gericht Optreden en de medezeggenschapscommissie. Ten slotte, heeft eiser een aantal voorbeelden aangedragen van defensieambtenaren met eenzelfde loopbaanpatroon die wel voor functies met een hbo werkniveau zijn uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Hieruit blijkt dat verweerder niet alle gevallen gelijk heeft behandeld.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Heeft eiser procesbelang?
4. Verweerder stelt dat de geambieerde functie aan een andere medewerker is toegewezen en dat dit besluit in rechte vaststaat. Eiser kan volgens verweerder met dit beroep nog wel bereiken dat aan hem een voorkeurspositie wordt verstrekt bij een volgende sollicitatieprocedure. De rechtbank is van oordeel dat eiser hiermee voldoende procesbelang heeft bij dit beroep.
Voldoet eiser aan het vereiste van een hbo werkniveau?
5. De rechtbank stelt vast dat eiser in de voorselectie is afgevallen, omdat hij niet beschikt over het vereiste van een hbo werkniveau. Tussen partijen is niet in geschil dat dit onvoldoende bleek uit de door eiser ingestuurde sollicitatiebrief en cv. De rechtbank stelt voorop dat het aan eiser is om in zijn brief en bijbehorende cv aan te tonen dat hij over de vereisten voor de functie beschikt. Verweerder heeft vervolgens extra informatie ingewonnen over de inhoud van de functies die eiser heeft bekleed. Dat verweerder hiertoe in overleg had moeten gaan met eiser zelf, wordt niet gevolgd. Verweerder was niet gehouden om extra informatie in te winnen, dat dit wel is gebeurd is dan ook niet onzorgvuldig te noemen. Voor zover eiser verwijst naar zijn functie in het Caribisch gebied als functie waaruit blijkt van een hbo werkniveau, wordt ook dit niet gevolgd. Deze functie is geschikt voor een opleidingsniveau mbo-4. Dit blijkt ook uit de overlegde functiebeschrijving. Daar komt nog bij dat de herwaardering van de functie heeft plaatsgevonden in 2018, op een moment dat eiser de functie niet meer bekleedde. Uit de verklaring van eisers voormalig leidinggevende kan overigens niet worden opgemaakt op welke gebieden eiser autonomie heeft gehad in het werk en wat die autonomie precies inhoudt. Ook eisers huidige functie is niet gewaardeerd op een hbo werkniveau. De rechtbank is daarom met verweerder van oordeel dat niet is gebleken dat eiser heeft gefunctioneerd op een hbo werkniveau. Verweerder heeft in redelijkheid kunnen besluiten om eiser op basis van dit vereiste niet door te laten gaan in de voorselectie. Wat eiser voor het overige heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
Wordt het gelijkheidsbeginsel geschonden?
7. Ten aanzien van eisers beroep op het gelijkheidsbeginsel, stelt verweerder zich op het standpunt dat de sollicitatiebrief en cv na afronding van de sollicitatieprocedure maximaal drie maanden worden bewaard. Bij een aantal door eiser aangevoerde gevallen, is het voor verweerder lastig om te achterhalen waarom deze personen zijn uitgenodigd op gesprek nu deze sollicitatieprocedures één tot meerdere jaren terug hebben plaatsgevonden en voornoemde relevante documenten ontbreken. Het staat echter niet vast dat deze personen niet over een hbo niveau zouden beschikken en destijds ten onrechte zouden zijn uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.
8. In het (aanvullend) verweerschrift heeft verweerder toegelicht waarom een aantal van de door eiser aangedragen personen op gesprek zijn uitgenodigd. Zo is een persoon uitgenodigd, omdat uit zijn cv bleek dat sprake was van een hbo werkniveau. Vanwege twijfels over het opleidingsniveau is besloten om die persoon in de gelegenheid te stellen een capaciteitentest te laten doen. In een van de andere gevallen heeft verweerder besloten om de betreffende functie tijdelijk te vullen met een burgermedewerker. Die tijdelijkheid zorgde ervoor dat er maar twee personen op de vacature hebben gereageerd. Nu beiden niet beschikten over een hbo werkniveau is dit vereiste vervolgens losgelaten. Een ander persoon heeft aangetoond dat zij in het verleden een functie op hbo niveau heeft waargenomen en dat niveau aankan. In de sollicitatieprocedures van twee andere personen bleek dat niet alle kandidaten beschikten over het vereiste hbo werk- en denkniveau, waardoor de voorselectie is gebaseerd op de eis van een aantoonbaar hbo denkniveau.
9. De rechtbank overweegt dat dan ook niet is gebleken dat de in beroep aangevoerde gevallen vergelijkbaar zijn met eisers situatie. Reeds daarom kan het beroep op het gelijkheidsbeginsel geen doel treffen.
Wat is de conclusie van deze uitspraak?
10. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat verweerder de geambieerde functie op goede gronden niet aan eiser heeft toegewezen. Verweerder hoeft de kosten die eiser voor deze procedure heeft gemaakt niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, in aanwezigheid van
mr. H.A. Abdolbaghai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 april 2022.
De rechter is verhinderd te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Hoger beroepsonderwijs.