Op 2 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de Italiaanse rechtspersoon Energy Coal S.p.A. en de Venezolaanse olieconcerns PDVSA Petroleo S.A. en PETROLEOS DE VENEZUELA S.A., evenals de Nederlandse vennootschap Propernyn B.V. Energy Coal vorderde betaling van facturen die voortvloeien uit een contract voor de bouw van appartementen in Venezuela. De rechtbank heeft de vorderingen van Energy Coal jegens PDVSA Petroleo c.s. met betrekking tot het Housing Development Contract afgewezen, terwijl de procedure voor de overige vorderingen is aangehouden. De rechtbank oordeelde dat Energy Coal onvoldoende bewijs had geleverd voor haar vordering tot betaling, met name omdat er onduidelijkheden bestonden over de uitvoering van het contract en de betalingen die daarop volgden. De rechtbank merkte op dat er mogelijk sprake was van corruptie in de contacten tussen de partijen, wat de beoordeling van de vordering verder bemoeilijkte. De uitspraak is gedaan na een comparitie van partijen, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft de vorderingen van Energy Coal tot betaling van bedragen op grond van het Housing Development Contract als onvoldoende onderbouwd afgewezen, en de overige vorderingen zijn aangehouden tot een uitspraak van het hof.