Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 11 juli 2020 een opvolgende asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld omdat het kennisgevingsformulier leeg was ingediend. Eiser werd verzocht om binnen twee weken de ontbrekende informatie aan te vullen, maar heeft hier niet op gereageerd. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van de staatssecretaris.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser ten onrechte aanvoert dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om op het voornemen te reageren, omdat zijn eerdere gemachtigde zich had onttrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 11 juli 2020 het uitreikingsblad van het voornemen heeft ondertekend, wat betekent dat het voornemen op de juiste wijze aan hem is bekendgemaakt. De rechtbank concludeert dat het besluit van de staatssecretaris in overeenstemming is met het beleid en dat eiser geen kans heeft gehad om zijn asielaanvraag toe te lichten, is niet juist.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.