ECLI:NL:RBDHA:2022:434
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verblijfssticker en arbeidsmarktaantekening voor mvv-plichtige vreemdeling
Op 24 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een mvv-plichtige vreemdeling, verzocht om een verblijfssticker en een arbeidsmarktaantekening ‘arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning niet vereist’. Verzoeker had rechtmatig verblijf op basis van de behandeling van zijn aanvraag om een verblijfsvergunning, maar beschikte niet over een mvv, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker geen rechtmatig verblijf ontleent aan zijn aangifte van mensenhandel en dat het beroep geen redelijke kans van slagen had. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat verzoeker niet voldeed aan de voorwaarden voor de gevraagde aantekening. De voorzieningenrechter concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was, aangezien verzoeker in principe mvv-plichtig was en zijn rechtmatig verblijf inmiddels was geëindigd bij besluit van 28 december 2021. De voorzieningenrechter wees erop dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond, omdat verweerder zich terecht op het standpunt stelde dat aan het rechtmatig verblijf geen recht op de aantekening was verbonden.