ECLI:NL:RBDHA:2022:4370

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 april 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
C/09/627763 / FA RK 22-2242
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 april 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 7 april 2022 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1998, die op dat moment in een accommodatie verbleef. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 april 2022 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een arts, en zijn ouders. Betrokkene gaf aan dat hij zich rustiger voelde door medicatie en dat hij niet tegen de zorgmachtiging was, maar hij verzet zich tegen de vorm van insluiten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotisch toestandsbeeld in het kader van een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis. Dit leidde tot ernstig nadeel, waaronder eerdere opnames in de Verenigde Staten en een eenzijdig ongeval. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging en bepaalde dat deze geldig is tot en met 21 oktober 2022. De beschikking omvatte verschillende vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het opnemen in een accommodatie. De rechtbank wees het verzoek om insluiten af, omdat de noodzaak hiervoor onvoldoende was onderbouwd. De beschikking werd gegeven door mr. O.F. Bouwman, met mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en is vastgesteld op 9 mei 2022.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/627763 / FA RK 22-2242
Datum beschikking: 21 april 2022

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. L.S.J. de Korte te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 07 april 2022, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 6 april 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart ondertekend op 28 maart 2022 en 4 april 2022;
- een zorgplan van 25 maart 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 6 april 2022;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 april 2022.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de [arts]
- de moeder;
- de vader (telefonisch).
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat hij rustiger is geworden dankzij de medicatie en dat hij zich een ander persoon voelt. Betrokkene wil het liefst weer bij de moeder wonen en daar ambulante hulpverlening krijgen. Hij werkt vrijwillig mee en vindt een zorgmachtiging niet nodig.
De advocaat heeft naar voren gebracht dat betrokkene inziet dat hij hulp en ondersteuning nodig heeft en dat hij zich niet echt verzet tegen de zorgmachtiging. Zijn verblijf in de Verenigde Staten is traumatiserend geweest en hij heeft aangegeven dat hij niet opnieuw daar naartoe zal gaan. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg verzet betrokkene zich tegen de vorm “insluiten”.
De arts heeft ter zitting onder meer meegedeeld dat het een tijd niet goed is gegaan met betrokkene. Aan het begin van de opname had de medicatie weinig effect op betrokkene en stonden angst en paranoïde gedachtes op de voorgrond. Recentelijk is betrokkene overgestapt naar een ander middel en dit lijkt een positief effect te hebben. Er zijn wel nog aanwijzingen van paranoïde gedachtes en angst aanwezig en betrokkene laat niet altijd het achterste van zijn tong zien waardoor het lastig is om een goed beeld te krijgen. De hulpverlening is in het vrijwillige kader niet goed tot stand gekomen. Betrokkene is toen gevlucht en het risico bestaat dat hij dat weer zal doen met ernstig nadeel als gevolg. Een zorgmachtiging is daarom nodig. Insluiten is aan het begin van de opname nodig geweest, maar nu het beter met betrokkene gaat niet meer. Daarnaast is het beperken van het recht op bezoek niet nodig.
De moeder heeft ter zitting onder meer meegedeeld dat het belangrijk is voor de veiligheid van betrokkene dat er een zorgmachtiging komt. Betrokkene heeft de afgelopen periode veel meegemaakt en de moeder wil voorkomen dat dit opnieuw gebeurt. Betrokkene moet eerst stabiel zijn en er moet een goed plan worden gemaakt voordat hij mogelijk weer bij de moeder kan wonen.
De vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij het belangrijk vindt dat betrokkene de hulp krijgt die hij nodig heeft. Er is lange tijd geprobeerd om dit in het vrijwillig kader te doen, maar dat is niet gelukt. Het is van belang dat betrokkene naast medicatie ook de juiste therapie krijgt.

Beoordeling

Op 21 maart 2022 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 11 april 2022.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld in het kader van een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade.
Betrokkene is in de Verenigde Staten opgenomen geweest wegens psychotische decompensatie waarbij sprake was van akoestische hallucinaties en stalkgedrag. Betrokkene heeft vanuit zijn psychose een eenzijdig ongeval veroorzaakt waarvoor hij gedetineerd is geweest. Bij terugkomst in Nederland is geprobeerd om hulpverlening in te zetten, maar dat is niet gelukt. Voordat betrokkene werd opgenomen heeft hij geld van de moeder gestolen en heeft hij een periode in het buitenland verbleven. De medicatie lijkt een positief effect te hebben, maar betrokkene kan nog afwerend zijn in zijn gedrag en laat nog kenmerken van een psychotisch toestandsbeeld zien en verdere stabilisatie en behandeling is daarom nodig. Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft een beperkt ziektebesef- en inzicht. Hij neemt zijn medicatie in maar het is onduidelijk of hij dit doet vanuit sociaal wenselijk oogpunt. In het verleden is behandeling op vrijwillige basis bij het Jong Volwassenen Team niet van de grond gekomen. Het risico bestaat dat betrokkene in het vrijwillig kader weer zorgmijdend zal zijn met decompensatie en ernstig nadeel als gevolg. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in de medische verklaring het vakje “opnemen in een accommodatie” niet is aangekruist. Nu deze vorm van verplichte zorg wel is gevraagd en ter zitting, in het zorgplan en in de bevindingen van de geneesheer-directeur de noodzaak hiervan voldoende is onderbouwd, zal de rechtbank ook deze vorm van verplichte zorg toewijzen.
De rechtbank is van oordeel dat noodzaak van de verplichte vorm van zorg “insluiten” onvoldoende is onderbouwd, zodat het verzoek op dit punt zal worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 oktober 2022;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 21 april 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 mei 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.