ECLI:NL:RBDHA:2022:4561
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 14 april 2021, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker buiten behandeling werd gesteld. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter baseerde zijn beslissing op artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat hem toestaat om zonder zitting uitspraak te doen. Tevens werd opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL21.5647) die relevant was voor de beoordeling van het verzoek. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.