ECLI:NL:RBDHA:2022:4593

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 mei 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
NL22.6053
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar is niet verschenen op de zitting. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op dezelfde dag behandeld, samen met een andere zaak (NL22.6052). Na de behandeling ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar de uitspraak in de andere zaak, waarin het beroep van de verzoeker is behandeld. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van de griffier mr. S.C. Spruijt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL22.6053
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker v-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. F. Bouyaghjdane),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. F.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 6 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.6052, op 6 mei 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoeker is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.6052, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2022 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR20356709

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.