ECLI:NL:RBDHA:2022:4602
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardig asielrelaas en gebrek aan bewijs van dood familieleden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, heeft een asielaanvraag ingediend op 5 januari 2020, die aanvankelijk niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling. Na een mededeling van de verweerder dat de overdracht aan Italië niet tijdig had plaatsgevonden, werd de aanvraag in de nationale procedure behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat hij vreest voor zijn neef, die in het verleden zijn vader en broer heeft vermoord, en dat hij daarom niet veilig in Nigeria kan blijven.
De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser beoordeeld. Eiser heeft geen documenten overgelegd ter onderbouwing van de dood van zijn vader en broer, wat door de rechtbank als een tekortkoming werd gezien. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te staven en dat zijn verklaringen vaag en tegenstrijdig waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanvraag terecht als ongegrond is afgewezen, omdat eiser niet in staat was om zijn asielrelaas overtuigend te onderbouwen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.