ECLI:NL:RBDHA:2022:4608

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
NL22.5466 en NL22.5468
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken

Op 10 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL22.5466 en NL22.5468, waarin verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder hebben. De verzoekers hebben een voorlopige voorziening gevraagd na de afwijzing van hun asielaanvragen op 29 maart 2022, die door de verweerder als kennelijk ongegrond zijn bestempeld. Tijdens de zitting op 22 april 2022 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde mr. C.H.H.P.M. Kelderman, en is er een tolk, D. Fogl, aanwezig geweest. De verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de aanverwante zaken NL22.5465 en NL22.5467, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Andel, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.5466 en NL22.5468

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[Naam 1] en [Naam 2], verzoekers

V-nummers: [Nummer 1] en [Nummer 2]
Mede namens kun minderjarige kinderen:
[Naam 3],
[Naam 4],
[Naam 5],
[Naam 6]en
[Naam 7]
V-nummers: [Nummer 3], [Nummer 4], [Nummer 5], [Nummer 6] en [Nummer 7]
(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

Bij besluiten van 29 maart 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld en hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de zaken NL22.5465 en NL22.5467, op 22 april 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen D. Fogl. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.5465 en NL22.5467, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M. van Andel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.