ECLI:NL:RBDHA:2022:4669

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
C/09/628791 / FA RK 22-2757
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Loenhoud
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1967. De officier van justitie had op 2 mei 2022 een verzoek ingediend, waarbij een medische verklaring en andere relevante documenten waren bijgevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene niet aanwezig, maar haar advocaat heeft haar standpunt naar voren gebracht. De advocaat voerde aan dat de betrokkene niet wilsonbekwaam is en dat er geen acute noodzaak voor verplichte zorg is, gezien haar recente verhuizing en de betrokkenheid van haar vriendin.

De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis en een ongespecificeerde psychotische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring voldoende gemotiveerd was en dat er geen reden was om te twijfelen aan het deskundig oordeel van de psychiater. De rechtbank heeft het verzoek van de advocaat om een deskundige aan te wijzen voor een herbeoordeling van de wilsbekwaamheid afgewezen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene weigert adequate psychotherapie en medicatie. Gezien de ernst van de situatie, waaronder suïcidale gedachten en automutilatie, heeft de rechtbank besloten om de zorgmachtiging te verlenen. De machtiging geldt tot en met 11 mei 2023 en omvat verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/628791 / FA RK 22-2757
Datum beschikking: 11 mei 2022

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. D.J. Ladrak te Warmond.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 mei 2022, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 22 april 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 8 april 2022;
- een zorgplan van 15 maart 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 maart 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 mei 2022 in het gebouw van de rechtbank.
Daarbij zijn gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- de [behandelaar] en [medebehandelaars]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De advocaat heeft betrokkene voor de zitting gesproken en betrokkene heeft aangegeven de zitting te moeilijk te vinden en wil ook niet dat de rechtbank bij haar thuis komt voor de zitting. Betrokkene heeft aan de advocaat verzocht om haar standpunt ter zitting naar voren te brengen.

Standpunten ter zitting

De advocaat heeft namens betrokkene verweer gevoerd. Er is te gemakkelijk aangekruist dat betrokkene wilsonbekwaam is en er zijn nooit stappen ondernomen om een verzoek tot mentorschap in te dienen. Er is geen sprake van acuut levensgevaar of gevaar voor een ander. De situatie van betrokkene is veranderd doordat betrokkene nu bij haar vriendin woont. Hierdoor kan de vriendin ook tijdig aan de bel kan trekken als het misgaat met betrokkene. Betrokkene vertrouwt mensen niet snel en het is door de verhuizing niet mogelijk om bij hetzelfde team te blijven. Hierdoor moet ze met een nieuw team kennismaken wat leidt tot veel stress bij haar. Daarnaast heeft betrokkene veel last van bijwerkingen van de medicatie. Betrokkene vindt dat de behandelaren te veel naar haar verleden kijken en niet naar haar recente situatie en ze wil de kans krijgen om het zonder zorgmachtiging te doen. De advocaat verzoekt daarom primair om het verzoek af te wijzen en subsidiair om een deskundige te benoemen om de wilsbekwaamheid van betrokkene opnieuw te beoordelen.
De behandelaar heeft ter zitting onder meer meegedeeld dat de psychotische klachten van betrokkene toenemen zonder haar depot. Er is geprobeerd om betrokkene de regie terug te geven door middel van een zelfbindingsverklaring, maar dit zorgde voor angstige en onveilige gevoelens bij betrokkene. De huidige zorgmachtiging is op haar initiatief verzocht. Betrokkene is ambivalent en er is continu sprake van een strijd en worsteling. Er is veel geprobeerd om rekening te houden met de wensen van betrokkene, bijvoorbeeld het verlagen van het depot. De komende periode zal de samenwerking met haar huidige team langzaam worden afgebouwd tot er plek is bij het team in Rijswijk. Er is geprobeerd om de vriendin van betrokkene in het geheel te betrekken, maar zij wil er buiten blijven waardoor het onduidelijk is of de vriendin aan de bel zal trekken als het niet goed gaat met betrokkene.

Beoordeling

Op 8 november 2021 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 8 mei 2022.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten borderline persoonlijkheidsstoornis, ongespecificeerde psychotische stoornis, persisterende depressieve stoornis (dysthymie), zwakbegaafdheid en conversiestoornis.
Ten aanzien van het verzoek van de advocaat om een deskundige aan te wijzen om de wilsbekwaamheid van betrokkene opnieuw te beoordelen overweegt de rechtbank dat de beoordeling in de medische verklaring voldoende gemotiveerd is en dat de rechtbank geen aanleiding ziet om twijfel te hebben over het deskundig oordeel van de psychiater. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
De stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade.
Betrokkene is langdurig in behandeling bij de GGZ en krijgt ondersteunende behandeling middels huisbezoeken. Betrokkene heeft chronisch last van suïcidale gedachten en maakt regelmatig suïcide plannen, maar voert deze niet uit. Daarnaast is er sprake van een neiging tot automutilatie waarbij anderen gevaar lopen en heeft betrokkene agressief gedrag vertoond tegen hulpverleners. Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene weigert adequate psychotherapie en wijziging of uitbreiding van de medicatie en zegt afspraken af. Betrokkene is ambivalent over de noodzaak en de dosering van de medicatie terwijl eerder is gebleken dat bij vermindering van de medicatie er weer sprake was van suïcidale gedachten en het maken van plannen. Er is geprobeerd om de noodzakelijk zorg via een zelfverbindingsverklaring te bieden, maar dit bood niet de nodige veiligheid en mogelijkheden voor ingrijpen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg zonder meer noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg in ieder geval de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en daarnaast ook de volgende maatregelen indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 mei 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Loenhoud, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 mei 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.