ECLI:NL:RBDHA:2022:4670

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
C/09/628680 / FA RK 22-2708
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Loenhoud
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1987, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op dat moment sprake was van een kortdurend stabiel toestandsbeeld, maar dat er risico's waren verbonden aan de voorgestelde medicatiewijzigingen. De zorgmachtiging werd als noodzakelijk beschouwd om snel te kunnen ingrijpen bij eventuele medicatie-ontrouw of decompensatie van de geestelijke gezondheid van de betrokkene.

De rechtbank heeft de relevante documenten en verklaringen in overweging genomen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 mei 2022 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn advocaat gaf aan dat de betrokkene instemde met de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 11 november 2022, met specifieke maatregelen die konden worden getroffen indien de situatie van de betrokkene zou verslechteren.

De beschikking is gegeven door mr. M. van Loenhoud, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/628680 / FA RK 22-2708
Datum beschikking: 11 mei 2022

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 april 2022, en het gewijzigd verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 mei 2022, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging voor zes maanden.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 26 april 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 21 april 2022;
- een zorgplan van 21 april 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 26 april 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 mei 2022 in het gebouw van de rechtbank.
Daarbij zijn gehoord:
- de advocaat van betrokkene.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De advocaat heeft aangegeven dat hij betrokkene vanochtend heeft gesproken en dat hij niet naar de zitting wil komen. De advocaat zal zijn standpunt ter zitting naar voren brengen.

Standpunten ter zitting

Door de advocaat van betrokkene is naar voren gebracht dat betrokkene het eens is met de zorgmachtiging en de verzochte duur van zes maanden. Doordat de duur van het verzoek kort van te voren was gewijzigd was een referteverklaring niet meer mogelijk. De advocaat had met de [casemanager] afgesproken dat het voor hem niet nodig was om ter zitting te verschijnen, maar hij kan eventueel telefonisch worden gehoord als de rechtbank daar behoefte aan heeft.

Beoordeling

Op 22 december 2021 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 22 juni 2022.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene is bekend met recidiverende psychotische episodes waarbij sprake is van religieuze wanen, een eufore of juist depressieve stemming, verminderde zelfzorg, een ontbrekend ziektebesef- en inzicht en oordeels- en kritiekstoornissen. De laatste psychotische decompensatie was in 2021 waardoor hij gedwongen werd opgenomen. Op dit moment is er sprake van een stabiel toestandsbeeld, maar betrokkene blijft beïnvloedbaar en kwetsbaar. Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Bij de huidige goede therapeutische relatie en consequent goede uitleg met betrekking tot het toestandsbeeld en behandeling lijkt vrijwillige behandeling op de termijn mogelijk. Op dit moment is er echter pas kortdurend sprake van een stabiel toestandsbeeld bij betrokkene en wordt er toegewerkt naar een switch van medicatie, hetgeen een risico op psychotische decompensatie geeft met daarbij risico op ernstig nadeel en het niet meer willen meewerken aan de behandelafspraken. De zorgmachtiging is daarom nog nodig als vangnet om snel in te kunnen grijpen bij eventuele medicatie-ontrouw of decompensatie. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg zonder meer noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg in ieder geval de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en daarnaast ook de volgende maatregelen indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 november 2022.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Loenhoud, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op *.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.