ECLI:NL:RBDHA:2022:4670
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 11 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1987, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op dat moment sprake was van een kortdurend stabiel toestandsbeeld, maar dat er risico's waren verbonden aan de voorgestelde medicatiewijzigingen. De zorgmachtiging werd als noodzakelijk beschouwd om snel te kunnen ingrijpen bij eventuele medicatie-ontrouw of decompensatie van de geestelijke gezondheid van de betrokkene.
De rechtbank heeft de relevante documenten en verklaringen in overweging genomen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 mei 2022 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn advocaat gaf aan dat de betrokkene instemde met de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 11 november 2022, met specifieke maatregelen die konden worden getroffen indien de situatie van de betrokkene zou verslechteren.
De beschikking is gegeven door mr. M. van Loenhoud, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.