ECLI:NL:RBDHA:2022:471

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
NL21.17571
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.A. Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Visschers, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 8 november 2021, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 december 2021 behandeld tijdens een zitting in Breda, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De gemachtigde van verzoeker nam via een beeldverbinding deel aan de zitting.

In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL21.17570), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep is beslist. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.17571

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. E.A. Welling),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 8 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.17570, op 16 december 2021 op zitting behandeld in Breda. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De gemachtigde van verzoeker heeft via beeldverbinding aan de zitting deelgenomen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.17570, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Badal, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.