Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geb. datum] 1991 en van Marokkaanse nationaliteit te zijn. Op 20 oktober 2021 heeft eiser asiel aangevraagd in Nederland.
2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en dat hij in Marokko in 2017 tijdens de militaire dienst is betrapt. Eiser is als gevolg hiervan achttien dagen vastgehouden en gemarteld en daarna ontslagen. Eind 2019 is de zus van eiser erachter gekomen dat hij actief was op de app
Grindr. Naar aanleiding hiervan is eiser één nacht meegenomen door de politie en is eiser vernederd door zijn familie en buren. Eiser is vervolgens verhuisd naar een ander dorp. Omdat eiser nog steeds werd bedreigd door zijn zus, heeft eiser op 29 mei 2020 Marokko verlaten.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
a. de identiteit, nationaliteit en herkomst;
b. de homoseksuele geaardheid en de daaruit voortvloeiende problemen.
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder acht het onder a genoemde element geloofwaardig maar het onder b genoemde element niet. Volgens verweerder heeft eiser over geen van de in Werkinstructie 2019/17(WI 2019/17) genoemde thema’s overtuigende verklaringen afgelegd, maar is hij vaag, summier en oppervlakkig gebleven. Gelet op het voorgaande kan eiser niet worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag en hij heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade. Ten slotte kan Marokko worden aangemerkt als een veilig land van herkomst met uitzondering van onder meer LHBTI’s. Nu verweerder eisers gestelde seksuele gerichtheid niet geloofwaardig acht, valt eiser niet onder voornoemde uitzonderingscategorie. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat Marokko voor hem niet als veilig aangemerkt kan worden. Verweerder concludeert dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw 2000.
4. Eiser heeft hiertegen aangevoerd dat verweerder ten onrechte de homoseksuele geaardheid van eiser niet geloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft wel degelijk gedetailleerd en authentiek verklaard. Zo heeft hij verklaard dat hij veel vragen had, pijn voelde en in een tweestrijd verkeerde. Eiser dacht dat hij naar de hel zou gaan en gemarteld zou worden Verder heeft hij (online) onderzoek gedaan naar homoseksualiteit en dat heeft bijgedragen aan de acceptatie van zijn geaardheid. Dit getuigt van een ontwikkeling en gedachteproces. Hij heeft verder verteld hoe het is om te leven in een islamitisch land waar homoseksualiteit niet wordt geaccepteerd. Eiser heeft geen standaardantwoorden gegeven. Over elk thema van de WI 2019/17 heeft eiser verklaard.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Bij de recente herbeoordeling is de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst ongewijzigd voortgezet.Eiser heeft dit niet betwist. Verweerder is daarom terecht uitgegaan van het algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Marokko geen bescherming nodig hebben. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dat in zijn geval anders is. In geschil is in dit verband de geaardheid van eiser en de problemen die hij als gevolg daarvan heeft ondervonden.
6. Bij asielaanvragen waarbij de seksuele geaardheid als asielmotief wordt aangevoerd maakt verweerder bij het onderzoek en de beoordeling gebruik van de WI 2019/17. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van vaste thema’s. Deze thema’s zijn privéleven (waaronder familie, vrienden en omgeving), huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst, contacten met of kennis van LHBTI-groepen, contacten met LHBTI’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie, en discriminatie, repressie en vervolging in het land van herkomst. Bij de beoordeling geldt in het algemeen dat het zwaartepunt ligt op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen en persoonlijke beleving van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele geaardheid, wat dit voor hem en zijn omgeving heeft betekend, wat de situatie is voor personen met die gerichtheid in het land van herkomst en hoe zijn ervaringen, ook volgens zijn asielrelaas, in het algemene beeld passen. Dit geldt temeer als een vreemdeling afkomstig is uit een land waar het zijn van LHBTI maatschappelijk onacceptabel of strafbaar gesteld is. In die situatie is het de vraag of en hoe de vreemdeling zich daaraan heeft aangepast en hoe hij dit heeft beleefd. Zowel bij het onderzoek als bij de beoordeling houdt verweerder rekening met het referentiekader van de vreemdeling (opleidingsniveau, leeftijdsfase, cultuur, afkomst etc.). De rechtbank acht deze wijze van beoordeling aanvaardbaar.
Proces van ontdekking en acceptatie
7. Verweerder heeft in het voornemen het referentiekader van eiser opgenomen en uiteengezet welke verwachtingen verweerder op basis daarvan van eiser heeft. Eiser heeft dit referentiekader niet bestreden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser summier, oppervlakkig en niet inzichtelijk heeft verklaard over zijn gevoelens, gedachten en ervaringen met betrekking tot zijn geaardheid en de ontdekking daarvan. De verklaringen van eiser over het moment van zijn eerste homoseksuele gevoelens en dat hij in die periode voor het eerst met een jongen heeft geknuffeld, geven geen inzicht in de ontdekking van zijn gevoelens en wat deze gevoelens met eiser deden. Verweerder heeft daarnaast niet ten onrechte gesteld dat van eiser, binnen het geschetste referentiekader, verwacht mag worden dat hij enig inzicht kan geven in zijn gevoelens en de ontdekking ervan en hoe hij uiteindelijk zijn geaardheid heeft geaccepteerd. Dat het onderzoek van eiser naar onder andere homoseksualiteit bij dieren heeft bijgedragen aan zijn proces van acceptatie, heeft verweerder onvoldoende mogen achten. Verweerder overweegt in dat verband niet ten onrechte dat niet inzichtelijk is geworden waarom dit heeft bijgedragen aan het proces van acceptatie en welke waarde hij hechtte aan deze informatie. Verweerder heeft tot slot niet ten onrechte overwogen dat eiser er niet in is geslaagd om inzicht te geven in zijn proces van acceptie in het licht van zijn geloof en de Marokkaanse maatschappij waarbinnen homoseksualiteit verboden is. Dat eiser heeft verklaard dat hij dacht dat hij naar de hel zou gaan en gemarteld zou worden, is op zichzelf onvoldoende. Eiser is, ondanks herhaaldelijk doorvragen door verweerder, niet in staat om aan te geven wat deze gedachtes met hem deden.
8. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser weinig inhoudelijk kan verklaren over zijn relatie met [Naam 2] en hoe deze relatie heeft bijgedragen aan de ontdekking van zijn geaardheid. Ondanks dat eiser zich naar eigen zeggen zijn relatie met [Naam 2] nog heel goed kan herinnerenvertelt hij hierover slechts dat hij met [Naam 2] op straat is betrapt. Op de vraag van verweerder hoe deze relatie heeft bijgedragen aan de ontdekking van zijn geaardheid, geeft eiser geen inhoudelijke reactie.Over de relatie met [Naam 3] heeft verweerder eveneens niet ten onrechte overwogen dat de verklaringen van eiser niet overtuigen. Eiser heeft niet voldoende inzichtelijk gemaakt hoe de relatie met [Naam 3] is ontstaan tijdens hun werk in het leger waar zij uiterst voorzichtig moesten zijn. De verklaringen van eiser dat er sprake was van grapjes, aanrakingen en zoenen, geven geen inzicht in het ontstaan van deze relatie en hoe dit uiteindelijk leidde tot een relatie waarbij eiser, naar eigen zeggen, met [Naam 3] leefde als man en vrouw. Eiser heeft verder verklaard dat hij een groot aantal seksuele relaties heeft gehad, maar eiser kan hierover bijna niets vertellen. Eiser heeft daarmee dan ook geen inzicht gegeven hoe deze relaties hebben bijgedragen aan de ontdekking van zijn geaardheid. Verweerder heeft tot slot terecht overwogen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de periode waarin hij homobars bezocht. De verklaring van eiser dat hij in de periode van 2013 tot en met 2017 in Marrakesh homobars bezocht,rijmt niet met de verklaring dat hij in 2018 voor het eerst naar een homobar ging.
9. Vastgesteld wordt dat eiser zijn ontslag uit het leger niet heeft onderbouwd met documenten. Verweerder overweegt terecht dat eiser heeft verklaard dat eiser in Marokko wel een document heeft waaruit blijkt dat hij is ontslagen.Ook zou eiser onder meer naar aanleiding van zijn ontslag een brief hebben gestuurd aan de prinses van Marokko.Ook deze brief heeft eiser niet overgelegd. De verklaring van eiser dat niemand deze documenten kan opsturen, heeft verweerder niet ten onrechte opmerkelijk geacht. Eiser heeft immers wel een kopie van zijn militaire pas ontvangen via de echtgenoot van zijn zus.Niet valt in te zien dat eiser de andere documenten niet zou kunnen overleggen.
10. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser niet overtuigend heeft verklaard over problemen met zijn zus. Eiser kan niet nader concretiseren wanneer zijn zus de app
Grindrop zijn telefoon vond. Hij verklaart slechts dat dit eind 2019 plaatsvond. Eiser heeft ook wisselend verklaard over het contact met de politie. Zo verklaart eiser enerzijds dat zijn zus een aantal keer de politie had ingeschakeld.Anderzijds verklaart hij dat hij één keer door de politie is meegenomen.
Kennis over de situatie van homoseksuelen in Marokko en Nederland.
11. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat de summiere verklaringen van eiser over de positie van LHBTI in zowel Marokko als Nederland niet opwegen tegen de ongeloofwaardig geachte verklaringen over zijn gestelde geaardheid en de daaruit voortvloeiende problemen. Eiser heeft met juistheid verklaard dat homoseksualiteit strafbaar is in Marokko en verder heeft hij enige kennis van de app
Grindr. Eiser weet daarnaast dat er organisaties zijn die opkomen voor de belangen van homoseksuelen, maar eiser heeft hier verder maar beperkte kennis van en kan geen enkele organisatie bij naam noemen. Ook over de organisaties in Nederland kan eiser niet veel vertellen.
12. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit terecht op het standpunt gesteld dat Marokko voor eiser persoonlijk als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, nu verweerder de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser en de daaruit voorvloeiende problemen ongeloofwaardig mocht achten. Verweerder heeft de aanvraag van eiser terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
13. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.