ECLI:NL:RBDHA:2022:481

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
AWB 21/3219
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing nareisaanvraag op basis van niet-exclusieve relatie en bewijsnood

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en drie Eritrese eisers die een aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'nareis' hadden ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een exclusieve relatie tussen eiseres 1 en de referent, de heer [naam 1], op het moment van zijn inreis in Nederland. De referent had ten tijde van zijn binnenkomst in Nederland nog een huwelijk met zijn ex-echtgenote, mevrouw [naam 3], en had bovendien twee kinderen met eiseres 1. De rechtbank concludeert dat de referent niet voldeed aan de voorwaarden voor een duurzame en exclusieve relatie, zoals vereist volgens de Vreemdelingenwet.

De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de aanvragen van eiseres 2 en eiseres 3 zijn afgewezen omdat hun identiteit en familierechtelijke relatie met de referent en eiseres 1 niet was aangetoond. Er was bewijsnood, aangezien er geen DNA-onderzoek was aangeboden door eiseres 1, die een toestemmingsverklaring had geweigerd. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht niet is uitgegaan van een biologisch kerngezin en dat de aanvragen van de kinderen ook terecht zijn afgewezen. Het beroep van de eisers is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/3219
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 12 januari 2021 in de zaak tussen

[eiseres 1],

geboren op [geboortedatum 1],
V-nummer: [v-nummer 1],
eiseres 1,
[eiseres 2],
geboren op [geboortedatum 2],
V-nummer: [v-nummer 2],
eiseres 2,
[eiseres 3],
geboren op [geboortedatum 3],
V-nummer: [v-nummer 3],
eiseres 3,
allen met de Eritrese nationaliteit,
hierna gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigde: mr. A.W. Eikelboom, advocaat te Amsterdam),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 3 november 2020 (het primaire besluit van eiseres 1) en 23 december 2020 (het primaire besluit van eiseres 2 en eiseres 3) heeft verweerder de aanvraag van eisers tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel “nareis” afgewezen.
Bij besluit van 10 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op 23 november 2021 een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 december 2021. Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door de waarnemer van hun gemachtigde, mr. D. Brouwer. Verder is referent, de heer [naam 1], verschenen, bijgestaan door een tolk, [naam 2]. Verweerder is, met voorafgaand bericht van afwezigheid, niet verschenen.

Overwegingen

Inleiding
1. De rechtbank gaat uit van het volgende. Eisers wensen verblijf bij hun gestelde partner en biologische vader, de heer [naam 1] (referent). Referent heeft de Eritrese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum 4]. Hij was getrouwd met mevrouw [naam 3], geboren op [geboortedatum 5]. Met haar heeft referent twee kinderen, [naam 4] en [naam 5]. Referent is, terwijl zijn toenmalige echtgenote en hij nog in Soedan verbleven, een buitenechtelijke relatie aangegaan met eiseres 1. Toen zijn toenmalige echtgenote Soedan verliet in de zomer van 2014, bleef referent achter met [naam 4], [naam 5] en eiseres 1. Met eiseres 1 heeft referent vervolgens ook twee kinderen gekregen, eiseres 2 en eiseres 3. Referent en eiseres 1 zorgden sinds het vertrek van de toenmalig echtgenote van referent samen voor de vier biologische kinderen van referent in Soedan. Inmiddels is eiseres 1 voor de derde keer in verwachting van referent.
1.1
De toenmalige echtgenote van referent is in augustus 2014 naar Nederland gevlucht. Op 3 september 2015 is zij in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 24 juni 2016 heeft zij een mvv-aanvraag ingediend op grond van nareis voor referent, [naam 4] en [naam 5]. De gevraagde mvv’s zijn op 30 november 2017 verkregen, waarna referent, [naam 4] en [naam 5] Nederland zijn ingereisd en op 27 januari 2018 in het bezit zijn gesteld van afgeleide asielvergunningen. In oktober 2018 zijn referent en zijn toenmalige echtgenote gescheiden.
1.2
Op 22 december 2018 heeft referent een zelfstandige asielaanvraag ingediend, waarbij hij ook heeft verklaard over zijn relatie met eiseres 1 en de echtscheiding van zijn toenmalige echtgenote. Naar aanleiding daarvan heeft verweerder op 28 januari 2019 een voornemen tot intrekking van de nareisvergunning van referent genomen, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden. Referent en zijn ex-echtgenote zijn op 1 april 2019 officieel gescheiden. Op 30 april 2019 heeft een intrekkingsgehoor met referent plaatsgevonden.
1.3
Op 20 augustus 2020 is referent in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, geldig van 22 december 2018 tot 22 december 2023. Op 2 oktober 2020 heeft referent onderhavige nareisaanvraag ingediend.
Besluitvorming
2. In het primaire besluit van eiseres 1 heeft verweerder de aanvraag van eiseres 1 afgewezen omdat referent als echtgenoot van zijn toenmalige echtgenote is nagereisd. Daarmee heeft referent met het nareizen voor die gezinsband gekozen boven alle andere mogelijke gezinsbanden. Verder was referent ten tijde van zijn binnenkomst in Nederland nog getrouwd met zijn toenmalige echtgenote en kan om die reden geen sprake zijn van een duurzame en exclusieve relatie met eiseres 1. Daarmee behoort eiseres 1 niet tot de categorie personen die volgens artikel 29, tweede lid, van de Vw [1] een afgeleide verblijfsvergunning kunnen krijgen. Bij het primaire besluit van eiseres 2 en eiseres 3 heeft verweerder de aanvragen van eiseres 2 en eiseres 3 afgewezen, omdat hun identiteit en familierechtelijke relatie met referent en eiseres 1 niet is aangetoond. Er is bewijsnood aangenomen voor het ontbreken van officiële identiteitsbewijzen en familierechtelijke documenten, maar er is geen DNA-onderzoek aangeboden omdat er geen toestemmingsverklaring van eiseres 1 is overgelegd.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat geen sprake kan zijn van een exclusieve relatie tussen referent en eiseres 1. Referent heeft immers verklaard dat hij ten tijde van zijn binnenkomst in Nederland twee relaties had. Daarnaast heeft eiseres 1 haar identiteit niet aangetoond, omdat de kopie van haar identiteitskaart geen vertaling bevat. Verweerder heeft verder bewijsnood aangenomen ten aanzien van het aantonen van de identiteit van eiseres 2 en eiseres 3 en hun familierechtelijke relatie met referent. Omdat eiseres 1 niet naar Nederland mag komen op basis van de mvv, is bij de aanvraag van eiseres 2 en eiseres 3 gevraagd naar de toestemmingsverklaring van eiseres 1. Die heeft eiseres 1 geweigerd. Daarom kon geen DNA-onderzoek plaatsvinden bij eiseres 2 en eiseres 3.
Exclusieve relatie tussen eiseres 1 en referent
4. De rechtbank stelt vast dat het geschil tussen partijen gaat over de vraag of al sprake was van een exclusieve relatie tussen eiseres 1 en referent op het moment van de inreis van referent in Nederland. Dat is immers het peilmoment voor deze toets. Tussen partijen is niet in geschil dat tussen eiseres 1 en referent sprake is van een duurzame relatie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat tussen eiseres 1 en referent geen sprake was van een exclusieve relatie op het moment van de binnenkomst van referent in Nederland en overweegt daartoe als volgt.
4.1
Referent heeft bij zijn intrekkingsgehoor van 30 april 2018 het volgende verklaard:

Uw ex-echtgenote is mevrouw [naam 3], geboren op [geboortedatum 5]. Zij is vanaf 3 september 2015 in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en zij heeft op 24 juni 2016 een mvv-aanvraag ingediend voor u en uw beide kinderen [naam 4] en [naam 5]. U en uw beide kinderen zijn daarna in het kader van nareis naar Nederland gekomen. U en uw kinderen hebben zich op 23 januari 2018 gemeld bij de IND in Ter Apel. U en uw 2 kinderen zijn bij beslissing van 27 januari 2018 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met een geldigheidsduur van 1 december 2017 tot 1 december 2022. U heeft toen u in Nederland was aangekomen uw ex-echtgenote verteld dat u 2 buitenechtelijke kinderen heeft die zijn geboren in Soedan. Deze informatie had u niet eerder verteld aan uw voormalige partner noch aan de IND en is aanleiding voor het voornemen tot intrekking van uw verblijfsvergunning alsmede het opleggen van een inreisverbod. Dit voornemen is op 28 januari 2019 aan u toegezonden.
Ik heb inderdaad kinderen verwekt maar daarna had ik niet zoveel contact met haar. Ik ben omwille van mijn kinderen naar Nederland gereisd.
Daar gaan we het straks nog uitgebreid over hebben.
Ik heb duidelijk over haar gesproken en verteld dat ik kinderen van haar heb. Ik heb ook verteld dat ze mij heel veel heeft geholpen. Het is wel geregistreerd.
Dat heeft u inderdaad gedaan, u heeft ons ook daarover verteld, maar pas nadat u naar Nederland was gekomen.
Dat klopt, maar ik ben samen met mijn kinderen naar mijn vrouw hier in Nederland gekomen om samen met haar te leven maar nadat ik haar dat had verteld, wilde ze dat niet.
(…)
Wanneer vertrok uw ex-echtgenote uit Soedan?
Bedoelt u [naam 3]?
Ja.
In de 8e maand van 2014. We woonden eerst samen in een huis.
Wanneer is de relatie met mevrouw [eiseres 1] begonnen?
Dat was in de 10e of 11e maand van 2013. Ik kende haar al van vroeger.
Begrijp ik goed dat u een relatie kreeg met [eiseres 1] toen uw ex-echtgenote nog in Soedan was?
Dat klopt.
Heeft u toen aan uw ex-echtgenote verteld dat u een relatie kreeg met [eiseres 1]?
Nee. Zij werd snel boos en we hadden onderling veel onenigheid.
U heeft dit toen verborgen gehouden voor uw ex-echtgenote?
Ja, maar we hadden geen vaste relatie. Ze was van de eerste keer in verwachting geraakt en pas later kregen we meer contact.
Heeft u ooit iemand anders verteld van uw relatie met [eiseres 1]?
Nee, want ik kende haar al en het was eigenlijk fout dat we die daad hebben begaan. Het was geen echte relatie. Ik had niet verwacht dat ze een kind zou krijgen. Bovendien is het een land waar de sharia geldt dus als dat daar bekend was geworden dan kwam ik in de problemen.
Waarom zou u in de problemen komen?
Omdat de Sharia daar geldt en als vluchteling kan je in de gevangenis komen.
Volgens de islam mag je toch meerdere huwelijken hebben?
Dat klopt, je mag als man tot vier vrouwen houden. Er is wel een verschil of je met een vrouw bent gehuwd of een buitenechtelijk kind met haar hebt.
Maar als u volgens de islam vier vrouwen mag houden waarom zou u dan door uw relatie met [eiseres 1] problemen krijgen?
Het was niet de bedoeling om met haar verder te gaan of een relatie met haar te beginnen. Er was een kind verwekt en daarna besloot ik om met mijn vrouw [naam 3] verder te gaan. Het was een eenmalige fout.
U heeft bij [eiseres 1] twee kinderen verwekt, dat is geen eenmalige fout zoals u zelf zegt.
Dat klopt, maar later toen mijn vrouw [naam 3] was weggegaan, bleef ik alleen achter met de kinderen. Ik ben toen nader tot haar gekomen omdat ik mijn kinderen niet alleen kon laten. Want daar is het heel moeilijk, kinderen worden misbruikt en worden ontvoerd en ook hun nieren worden verhandeld. Ik kon mijn kinderen niet alleen laten, ik bedoel hiermee mijn kinderen [naam 5] en [naam 4].
Hoe zat het dan met de kinderen die u had bij de andere vrouw [eiseres 1]?
Hoe bedoelt u?
Waren die dan niet alleen?
We woonden in één compound en daar was een omheining omheen. En als ik dan werkte dan kon ze voor mij de kinderen in de gaten houden.
Bedoelt u te zeggen dat toen [naam 3] weg was dat uw partner [eiseres 1] voor uw vier kinderen zorgde?
Ja, ze hielp me daarbij. Zij heeft een oudere zoon uit een eerdere relatie en na het vertrek van [naam 3] hielpen zij mij samen met de kinderen als ik moest werken.
Toen u een relatie kreeg met [eiseres 1], heeft u haar verteld dat u reeds gehuwd was en twee kinderen had?
Ja.
Had ze daar problemen mee?
Nee.
U heeft verklaard dat u een relatie heeft gehad met mevrouw [eiseres 1]. Bestaat deze relatie nog steeds?
Niet zo veel.
Wat bedoelt u daarmee?
Ik ben hier bij mijn kinderen maar ik moet wel informeren naar mijn kinderen en bel haar daarom ook.
Hoe vaak belt u met [eiseres 1]?
Niet zo vaak. Ik bel met haar om te weten hoe het met de kinderen gaat.
Heeft u tegen [eiseres 1] gezegd dat de relatie is beëindigd?
Ik was een gehuwde man en ze had er niets op tegen. Ze weet van mijn vrouw en volgens mij wilde ze graag kinderen van mij.
Heeft u op dit moment nog een relatie met [eiseres 1]?
Ik heb kinderen bij haar. We zijn daardoor met elkaar verbonden. Vanwege de kinderen hebben we contact.
En als er geen kinderen waren geweest met [eiseres 1], had u dan wel een relatie met haar?
Als de kinderen er niet waren geweest dan was er geen relatie geweest met [eiseres 1]. Ze heeft me enorm geholpen en ik hield ook van haar maar ik ben ook nooit met haar getrouwd.
Volgens mijn gegevens heeft u een zelfstandige asielaanvraag ingediend. Is het de bedoeling dat als aan u een verblijfsvergunning wordt verleend, dat u [eiseres 1] en de twee kinderen laat overkomen?
Als dat zou kunnen zou dat heel mooi zijn want ik wil dat mijn kinderen allemaal bij elkaar zijn en de mogelijkheid krijgen om naar school te gaan. Ik ben enorm blij dat mijn kinderen hier zijn en ze spreken de taal beter dan hun moeder. Ik wil ook niet voor mezelf leven, ik wil dat al mijn kinderen een kans krijgen in het leven.
U noemt nu dat u het belangrijk vindt voor uw kinderen om hier in Nederland op te groeien en een kans te krijgen. U noemt niet dat u het ook fijn zou vinden voor u zelf en voor [eiseres 1] om naar Nederland te komen.
De reden waarom ik zelfstandig asiel heb aangevraagd is omdat het dan mogelijk is om mijn kinderen naar Nederland te laten overkomen.
Begrijp ik goed dat u het belangrijk vindt dat uw kinderen naar Nederland komen en niet dat [eiseres 1] naar Nederland komt?
Dat is wel belangrijk want zij is hun moeder en ze heeft goede dingen voor mij gedaan. Wat ik met haar had was vriendschap en we waren niet getrouwd.
(…)
Heeft u eraan gedacht om met [eiseres 1] te trouwen?
Nee, daar heb ik niet aan gedacht.
U heeft mij verteld dat u van haar hield en dat zij u heeft geholpen. Volgens uw religie mag u vier vrouwen houden. Waarom heeft u er niet aan gedacht om met [eiseres 1] te trouwen.
Ik was eigenlijk van plan om met [naam 3] verder te leven. Het is niet dat ik niet van [eiseres 1] houd, maar we kunnen niet goed samen verder leven. Ik ben hier naartoe gekomen omdat [naam 3] en ik een huwelijk hadden. Ik wilde verder met haar leven.
Kunt u mij uitleggen waarom u niet met [eiseres 1] bent getrouwd in het belang van de kinderen. Ze zouden dan geen buitenechtelijke kinderen zijn?
Ik was niet van plan om met haar te trouwen, ik heb er ook niet aan gedacht. Maar omdat we kinderen hebben gekregen is het ook een liefdesrelatie geworden. Omdat ik kinderen met haar heb gekregen en ze mij heeft geholpen met mijn kinderen, hebben we een hechte relatie met elkaar gekregen.
Waarom heeft u dit niet direct verteld aan uw ex-echtgenote [naam 3]?
Ik weet precies hoe ze in elkaar zit en ze kan mij problemen bezorgen, daarom vertelde ik het haar niet.
Welke problemen bedoelt u dan?
Van kleine problemen maakte ze grote problemen.
U bedoelt dat u problemen verwachtte in het algemeen met [naam 3] en dat u ruzie zou krijgen met [naam 3]?
Ja, want [naam 3] is een heel erg druk iemand. Als ik er niet ben en mensen komen haar tegen haar dan kost het niet vele moeite om ruzie met haar te krijgen.
Was u ook niet bang dat [naam 3] u niet naar Nederland zou laten overkomen als ze had geweten dat u een relatie had met een andere vrouw en bij die andere vrouw twee kinderen had?
Nee, dat is het niet. Toen ik nog daar was en als we telefonisch contact met elkaar hadden, luisterde ze niet naar mij en wilde ze alleen zelf iets zeggen. daarom heb ik het haar niet verteld.
Was u bang dat als u het wel aan haar had verteld dat zij geen mvv-aanvraag voor u zou hebben ingediend?
Eerlijk gezegd heb ik daar niet aan gedacht. Ik weet hoe haar karakter is en ik heb ervoor gekozen om haar helemaal niets te vertellen.
Wat heeft u doen besluiten om het wel te vertellen toen u in Nederland was?
Omdat haar kinderen het haar toch ook zouden kunnen vertellen en ik dacht dat ik het beter zelf eerder kon vertellen.
U bedoelt hiermee de kinderen [naam 4] en [naam 5]?
Ja.
U zegt dat uw kinderen [naam 4] en [naam 5] het zelf hadden kunnen vertellen aan hun moeder?
Ja, want ze hebben telefonisch contact met hun zussen. Die stap wilde ik voor zijn.
Kunt u nog eens uitleggen hoe u woonde in Soedan samen met [eiseres 1] en vier kinderen?
We woonden samen in één compound, we hadden een gezamenlijke tuin in die compound. Daar waren vier of vijf kamers en we hadden ieder onze eigen kamer maar we leefden samen met elkaar binnen de omheining van de compound. Mijn kinderen hadden onderling wel goed contact met elkaar.”
4.2
Uit de voorgaande verklaringen van referent volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de relatie met zijn ex-echtgenote [naam 3] kort na het peilmoment feitelijk was verbroken en dat hij ten tijde van het peilmoment dus geen exclusieve relatie had met eiseres 1. Dat de echtscheiding met [naam 3] al in gang zou zijn gezet zodra referent in Nederland aankwam, volgt de rechtbank niet, nu uit de verklaringen volgt dat referent pas bij aankomst in Nederland aan [naam 3] heeft verteld dat hij nog een relatie en kinderen had, waarna pas de echtscheidingsprocedure in gang is gezet. Het enkele gegeven dat referent na aankomst in Nederland geen gezinsleven met [naam 3] heeft uitgeoefend, doet daar niet aan af.
De stelling van eisers dat verweerder enkel een selectie van de verklaringen heeft gemaakt die het standpunt van verweerder ondersteunt, volgt de rechtbank evenmin. De hiervoor onder 4.1 geciteerde verklaringen is een weergave van de verklaringen van referent. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat referent meerdere malen verklaart dat hij, naast de relatie met eiseres 1, nog een relatie met [naam 3] had ten tijde van zijn binnenkomst in Nederland. Reeds hierom had verweerder de nareisaanvraag kunnen afwijzen nu niet is voldaan aan het vereiste van een duurzame en
exclusieverelatie. Het beroep kan daarom niet slagen, waardoor de overige beroepsgronden geen bespreking meer behoeven omdat deze niet tot een ander oordeel kunnen leiden.
Aanvraag eiseres 2 en eiseres 3
5. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat geen sprake is van een partnerschapsrelatie tussen eiseres 1 en referent, is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht niet is uitgegaan van een biologisch kerngezin. Daarom heeft verweerder eiseres 1 terecht als achterblijvende ouder beschouwd in de aanvragen van de kinderen. Verweerder heeft aangeboden nader onderzoek te doen naar de identiteit en familierechtelijke relatie tussen referent en eiseres 2 en eiseres 3, maar daarvoor had verweerder een toestemmingsverklaring nodig van de achterblijvende ouder, eiseres 1. Eiseres 1 heeft echter geweigerd een toestemmingsverklaring te overleggen, omdat het de bedoeling was dat zij samen met eiseres 2 en eiseres 3 naar Nederland zou reizen. Zonder toestemmingsverklaring kan verweerder geen nader onderzoek doen naar de identiteit en familierechtelijke relatie tussen referent, eiseres 2 en eiseres 3. Ook indien wel zou zijn aangetoond wat de identiteit van eiseres 2 en eiseres 3 is en dat zij de biologische kinderen zijn van referent, is een toestemmingsverklaring van de achterblijvende ouder nodig omdat het niet in het belang van de kinderen is om zonder toestemming weggenomen te worden van hun ouder. Reeds vanwege het ontbreken van de toestemmingsverklaring van eiseres 1 heeft verweerder niet tot nader onderzoek hoeven overgaan en is de aanvraag ten aanzien van eiseres 2 en eiseres 3 ook terecht afgewezen. Het beroep slaagt niet.
Hoorplicht
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder van het horen heeft mogen afzien [2] omdat er, gelet op de primaire besluiten en wat in bezwaar is aangevoerd door eisers, op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk was dat het bezwaar niet kon leiden tot een andersluidend besluit.
Conclusie
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Terborg-Wijnaldum, rechter, in aanwezigheid van
mr. M. Schaap-Huijsmans, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2022.
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:
Coll:

Rechtsmiddel

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, Algemene wet bestuursrecht.