ECLI:NL:RBDHA:2022:4827
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een asielaanvraag op grond van kennelijke ongegrondheid met betrekking tot homoseksuele geaardheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die homoseksueel is, had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 6 mei 2022 in Breda, waar de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. F.M. van de Kamp. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.W.F. Noot. Tijdens de zitting was ook een tolk, L. Murad, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft dit verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de afwijzing van de asielaanvraag in een eerdere uitspraak (zaaknummer NL22.1162) was behandeld. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.J. Sterks. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.