Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 24 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
printscreensen dat deze niet op authenticiteit zijn te beoordelen. Bovendien kan met de summier beschikbare informatie over de Facebookbedreiging niet worden achterhaald wat de specifieke aanleiding is geweest voor de bedreiging en uit welke hoek de bedreiging komt. Dit blijkt evenmin uit de foto’s van de kogel en de envelop waarin die kogel zou hebben gezeten. Dat de Facebookbedreiging en de kogelbrief met elkaar verband houden, berust slechts op een vermoeden van eiser. Verweerder heeft dan ook niet hoeven volgen dat de FARC of de wraakbendes uit de eerdere asielprocedure verantwoordelijk zijn voor de aanvallen op de moeder van eiser, de Facebookbedreiging en de kogelbrief. De rechtbank volgt ook niet het betoog van eiser dat verweerder de overgelegde bewijzen niet in samenhang heeft beoordeeld, nu deze bewijzen onvoldoende aanknopingspunten bieden voor de gestelde vrees voor de wraakbendes uit de eerdere asielprocedure.
Beslissing
www.rechtspraak.nl.