Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Het bestreden besluit, dat op 24 maart 2022 was genomen, verklaarde de opvolgende asielaanvraag van de verzoeker als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 21 april 2022, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL22.5413) die relevant was voor de beoordeling van het verzoek. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus als griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vreemdelingenwet 2000.