ECLI:NL:RBDHA:2022:5148
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan buitengerechtelijke schuldregeling
Op 30 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) door een verzoeker, die op 5 april 2022 een verzoekschrift had ingediend. De rechtbank ontving op 27 mei 2022 ook een e-mail van de schuldhulpverlener van de verzoeker, die aanwezig was tijdens de behandeling van het verzoek. De verzoeker zelf was echter niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep.
Tijdens de zitting bleek dat de verzoeker, via zijn schuldhulpverlener, het verzoek wilde handhaven, ondanks de door de schuldhulpverlener aangegeven beletselen voor toewijzing. De rechtbank overwoog dat volgens artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet (Fw) een buitengerechtelijke schuldregeling moet worden beproefd voordat een WSNP-verzoek kan worden toegewezen. Dit houdt in dat er een verklaring van de gemeente moet zijn dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke regeling.
De rechtbank concludeerde dat er geen (volledige) buitengerechtelijke schuldregeling was uitgevoerd, aangezien de schuldenlast van de verzoeker niet volledig in kaart was gebracht en er geen voorstel aan de schuldeisers was gedaan. Daarom werd het verzoek tot toepassing van de WSNP afgewezen. De rechtbank besliste dat het verzoek van de verzoeker werd afgewezen, en de verzoeker heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak in hoger beroep te gaan, uitsluitend via een advocaat.