Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 1. Arbeidsbemiddeling
(…) This contract is undoubtedly a sports intermediary contract within the meaning of the FIFA Regulations on Collaboration with Intermediaries (in force since 1stMay 2015) and the URBSFA/RBFA Regulations which apply in specie.
Although Mr. [gedaagde] is a player of Belgian nationality and playing in the Belgian Championship (D1A), this contract, after having contacted the services of the Belgian federation, was not registered with the URBSFA/RBFA (article 5.3 + 7.2 of the RBFA regulations).
Upon examination, it appears that your contract, in violation of articles 5.2 and 7.1 of the FIFA Regulations and 5.2 of the RBFA Regulations, does not provide for any precise method of calculation of the intermediary’s remuneration.
Finally, several other essential conditions stipulated in these regulations are not being met.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is de rechtbank bevoegd?
bis-Verordening en dit artikel de (bevoegde rechter van de) rechtbank Den Haag aanwijst als bevoegde rechter. [2]
“tenzij de reglementen van de KNVB, UEFA en/of FIFA uitdrukkelijk bepalen dat een arbitragecommissie bevoegd is en expliciet de bevoegdheid van de Rechtbank uitsluiten”, in verbinding met artikel 5 lid 2 van het Reglement Betreffende de Samenwerking met Tussenpersonen KBVB [3] (hierna: het Reglement), heeft te gelden als een rechtsgeldige arbitrageovereenkomst. De rechtbank deelt die opvatting niet. Het beding in de overeenkomst verwijst immers niet naar de reglementen van de K
BVB. Bovendien bevat artikel 5 lid 2 van het Reglement geen (volwaardige) arbitrageclausule. Deze bepaling geeft slechts een opsomming van elementen die in het “vertegenwoordigingscontract” moeten zijn opgenomen en luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
5 Vertegenwoordigingscontract
Artikel 4. Einde van de Overeenkomst.
€ 6.621,-. Dit bedrag bestaat uit griffierecht (€ 1.639,-) en salaris advocaat (€ 4.982,- (2 punten x tarief VI € 2.491,-)).