Uitspraak
REchtbank den haag
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
1.de stichtingWoonpartners Midden-Holland, Stichting voor Bouwen en Beheren,
2.de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Waddinxveen,
1.Het verdere verloop van de procedures
2.De nadere overwegingen
Vanaf het najaar 2002 heeft u op het perceel grond staande en gelegen aan de [straatnaam 1] te Waddinxveen een caravan bij geplaatst, waarin u verblijft. Deze caravan heeft op meerdere plekken op de locatie gestaan en is laatstelijk aangetroffen op [straatnaam 1] [huisnummer] . Bij brief van 11 december 2002 heeft de gemeente u bericht de aanwezigheid van uw caravan te zullen gedogen in verband met de reeds toen aangekondigde opheffing van de woonwagenlocatie aan de [straatnaam 1] . De gemeente heeft u in de brief van 11 december 2011 bericht dat u gebruik kon blijven maken van de locatie totdat de woonwagenlocatie aan de [straatnaam 1] zal worden opgeheven. (…) Thans zal binnen afzienbare tijd de woonwagenlocatie aan de [straatnaam 1] worden opgeheven. (…) Gelet op het voorgaande – en voor zover nodig – zegt Woonpartners uw gedoogde gebruik van het perceel grond staande en gelegen aan de [straatnaam 1] op (…) tegen uiterlijk 1 juli 2018 of zoveel eerder als de overige huurders van standplaatsen op de locatie hun standplaatsen leeg hebben opgeleverd.
(…) Woonpartners realiseert zich dat deze opzegging ingrijpt in uw woonsituatie. Om deze reden is in samenspraak met de gemeente Waddinxveen een Sociaal Plan opgesteld (…). Dit sociaal plan treedt met deze kennisgeving voor u in werking. Dit sociaal plan voorziet onder meer in een verhuiskostenvergoeding, indien u zelfstandig een woning betrekt. (…) Ondanks uw eigen verantwoordelijkheid voor het vinden van alternatieve huisvesting, is Woonpartners bereid om met u nog éénmaal de mogelijkheid voor huisvesting in een woonwagenwoning aan de [straatnaam 2] te onderzoeken. Indien u daar belangstelling voor heeft wordt dit, voorzien van de voorwaarden waaronder, vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, opdat deze locatie voor u gereserveerd wordt. Bij de dagvaarding die heeft geleid tot het vonnis van de kantonrechter te Gouda d.d. 10 januari 2019 heeft Woonpartners op basis van de zojuist geciteerde opzeggingsbrief gevorderd de veroordeling van [eiser 5] , om de woonwagenlocatie aan de [straatnaam 1] te ontruimen. Bij het vonnis d.d. 10 januari 2019 heeft de kantonrechter te Gouda (onder meer) deze vordering afgewezen. Daartoe heeft de kantonrechter (onder meer) overwogen dat niet kan worden volgehouden
dat Woonpartners het gehuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat van haar (…) niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomsten en het gebruik worden verlengd. Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld, zodat het in kracht van gewijsde is gegaan. Bij brief d.d. 5 juni 2020 heeft de gemachtigde van Woonpartners onder meer het volgende geschreven aan de gemachtigde van (onder meer) [eiser 5] :
De kantonrechter heeft op 10 januari 2019 vonnis gewezen en bepaald dat cliënte de huurovereenkomsten niet mocht opzeggen en het gedoogde gebruik ten aanzien van de heer [eiser 5] niet mag beëindigen. (…) Daarnaast is het door cliënte gedoogde gebruik van de door de heer [eiser 5] geplaatste caravan op de door mevrouw [eiser 1] gehuurde woonwagenplaats niet geëindigd. (…) Om uw cliënten tegemoet te komen en de nodige duidelijkheid te verschaffen, is cliënte bereid om met mevrouw [eiser 1] een gedoogovereenkomst te sluiten ten behoeve van de door de heer [eiser 5] bijgeplaatste caravan. De gedoogovereenkomst in concept treft u hierbij als bijlage aan. Ik verneem graag binnen drie weken na heden van u of mevrouw [eiser 1] bereid is tot het sluiten van deze gedoogovereenkomst. [eiser 1] heeft niet met deze overeenkomst ingestemd.
De gemeente heeft u in de brief van 11 december 2011 bericht dat u gebruik kon blijven maken van de locatie totdat de woonwagenlocatie aan de [straatnaam 1] zal worden opgeheven. Hieruit heeft [eiser 5] in redelijkheid mogen afleiden dat de aanwezigheid van zijn caravan op de woonwagenlocatie niet alleen werd gedoogd voor zover hij daarmee op de aan [eiser 1] en [eiser 2] en [eiser 3] verhuurde standplaatsen zou staan, maar ook indien hij zijn caravan zou bijplaatsen op een van de andere standplaatsen op de woonwagenlocatie. Feiten en omstandigheden die tot de conclusie moeten leiden dat de gedoogovereenkomst anders (beperkter) is uit te leggen, zijn naar het oordeel van de kantonrechter niet (voldoende) gebleken. Feiten en omstandigheden die tot de conclusie kunnen leiden dat de gemeente Waddinxveen en Woonpartners ook hebben willen gedogen dat [eiser 5] zijn caravan zou opstellen op zijn huidige plek – niet op een standplaats, maar op de openbare weg, nabij de standplaats van [eiser 1] –, zijn echter evenmin gebleken. Dit betekent dat [eiser 5] , door zijn caravan te hebben en te houden op de huidige plek, tekort schiet in de nakoming van de gedoogovereenkomst, zodat Woonpartners in beginsel bevoegd is om deze overeenkomst te ontbinden, en te vorderen dat [eiser 5] zijn caravan van de woonwagenlocatie verwijdert.