ECLI:NL:RBDHA:2022:531
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan vreemdeling in Handhaving en Toezichtlocatie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een vreemdeling die op 25 december 2021 is overgeplaatst naar de Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen. De vreemdeling had beroep ingesteld tegen twee besluiten: het plaatsingsbesluit van 25 december 2021 en het besluit van 26 december 2021, waarbij een vrijheidsbeperkende maatregel werd opgelegd op grond van artikel 56 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsbeperkende maatregel pas de dag na de overplaatsing is opgelegd, maar oordeelt dat dit geen reden is om schadevergoeding toe te kennen. De rechtbank wijst erop dat de situatie van de vreemdeling verschilt van eerdere uitspraken en dat er geen aanleiding is om de maatregel onrechtmatig te achten. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.