Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 maart 2021;
- de producties 1 tot en met 8 bij dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot internationale en relatieve onbevoegdheid, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties 1 tot en met 16.
2.De beoordeling in het incident
vorderingen in de hoofdzaak
internationaalonbevoegd verklaart wat betreft de vordering van Getru tot vergoeding van de containers en platen, en dat de rechtbank zich
relatiefonbevoegd verklaart wat betreft de vordering van Getru tot betaling voor transportdiensten. Getru voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
bis-Verordening).
bis-Verordening en die in artikel 31 lid 1 CMR zich tot elkaar verhouden. De rechtbank overweegt hierover als volgt. In artikel 71 lid 1 en 2 van de Brussel I
bisVerordening is bepaald dat deze verordening onverlet laat de verdragen waarbij de lidstaten partij zijn en die, voor bijzondere onderwerpen, de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen regelen. De CMR is een verdrag als bedoeld in artikel 71 lid 1 de Brussel I
bis-Verordening. [1] Gelet hierop sluit de toepasselijkheid van de CMR de toepasselijkheid van de Brussel I
bis-Verordening in beginsel uit. [2] Ook uit de tekst van artikel 31 lid 1 CMR, die eindigt met de zinsnede ‘
zij kunnen voor geen ander gerechten worden gebracht’, blijkt dat de bevoegdheidsregeling van de CMR exclusieve werking heeft.
tot betaling voor geleverde transportdienstenvalt onder het bereik van artikel 31 lid 1 CMR. Partijen zijn het daar ook over eens. Getru stelt dat hetzelfde geldt voor de vordering in de hoofdzaak
tot schadevergoeding wegens het niet retourneren van de containers en platen. Ondara betwist dat, aanvoerende dat die vordering de transportovereenkomst tussen Getru en
Aleiabetreft, en niet de transportovereenkomst tussen Getru en haarzelf (Ondara). De rechtbank verwerpt dit standpunt. Artikel 31 CMR is van toepassing op alle geschillen die voortvloeien uit een aan de CMR onderworpen vervoersovereenkomst, ook op buitencontractuele vorderingen naar nationaal recht, voor zover deze met een overeenkomst tot CMR-vervoer samenhangen. Ondara heeft niet weersproken dat er een transportovereenkomst tussen haar en Getru heeft bestaan en dat bij de transporten die Getru op basis daarvan heeft verzorgd, gebruik is gemaakt van de betreffende containers en platen. Daarmee hangt het geschil over de containers en platen samen met een overeenkomst tot CMR-vervoer tussen partijen en wordt de internationale bevoegdheid ook in zoverre geregeld door artikel 31 lid 1 CMR.
bis-Verordening stelt aan een forumkeuze, ook gelden voor het in artikel 31 lid 1 CMR bedoelde beding tussen partijen waarbij een gerecht als bevoegd wordt aangewezen. Bij samenloop van de CMR met de EEX-Vo worden de regels over de rechterlijke bevoegdheid van het bijzondere verdrag zoals gezegd onverlet gelaten, maar dit bijzondere verdrag sluit toepassing van de Brussel I
bis-Verordening alleen uit voor zover het bijzondere verdrag een bepaalde rechtsvraag regelt. De CMR geeft géén regels over de vorm van een forumbeding; daarvoor moet te rade worden gegaan bij andere regelingen. In artikel 25 Brussel I
bis-Verordening worden wel vormvoorschriften gegeven. Uit het arrest van het HvJEU van 4 mei 2010, NJ 2010, 482, TNT/AXA, blijkt dat – ondanks het bestaan van een regeling in een bijzonder verdrag – groot belang dient te worden toegekend aan de doelstellingen van de Brussel I
bis-Verordening en de daaraan ten grondslag liggende beginselen, in het bijzonder die van voorzienbaarheid van rechterlijke bevoegdheid, rechtszekerheid en een goede rechtsbedeling. De vormvoorschriften van artikel 25 lid 1 Brussel I
bis-Verordening zijn opgesteld in het belang van de rechtszekerheid door een uniforme regeling en deze dienen om te waarborgen dat sprake is van daadwerkelijke instemming van de belanghebbenden met de forumkeuze. [3]
bis-Verordening.
3.De beslissing
woensdag 2 maart 2022voor conclusie van antwoord aan de zijde van Ondara.