ECLI:NL:RBDHA:2022:5468

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
8 juni 2022
Zaaknummer
C/09/629386 / KG RK 22-589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens gebrek aan grond

Op 20 mei 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich zonder advocaat had gepresenteerd in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend omdat de rechter, mr. O. van der Burg, geen aanhouding van de zitting had willen verlenen. De verzoeker stelde dat hij recht had op juridische bijstand en dat de weigering om de zitting aan te houden, zijn recht op een eerlijk proces zou schenden. De wrakingskamer oordeelde echter dat een rechterlijke beslissing, zoals het niet verlenen van een aanhouding, op zichzelf geen grond kan vormen voor wraking. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen staat niet toe dat een wrakingsverzoek wordt gebruikt als een verkapt rechtsmiddel tegen een rechterlijke beslissing. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de objectieve onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. Het verzoek werd dan ook kennelijk ongegrond verklaard. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2022/29
zaak- /rekestnummer: C/09/629386 / KG RK 22-589
Beslissing van 20 mei 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. O. van der Burg,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.
Belanghebbende in deze procedure zijn:
[belanghebbende 1] , gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] , gemeente Terneuzen,
[belanghebbende 2] , gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] , gemeente Terneuzen. en
[belanghebbende 3] , gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] , gemeente Terneuzen
hierna te noemen: de belanghebbenden,
gemachtigde: mr. M. Stegeman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van 12 mei 2022 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 9529825 EXPL 21-18674 tussen verzoeker (als gedaagde partij in conventie en eisende partij in reconventie) en de belanghebbenden (als eisende partij in conventie en verwerende partij in reconventie). In de hoofdzaak heeft op 12 mei 2022 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Voorafgaand aan die mondelinge behandeling (op 3 mei 2022) heeft de voormalig advocaat van verzoeker zich als advocaat onttrokken. Verzoeker is zonder advocaat ter zitting verschenen.
2.2.
In het proces-verbaal van 12 mei 2022 staat het volgende vermeld, voor zover relevant:
“(…)
Kantonrechter: bespreking ontvangst stukken. Het procesdossier is volledig. U heeft een
nieuwe advocaat?
[verzoeker] : dat is juist, maar die kon er vandaag niet bij zijn.
Kantonrechter: u heeft verzocht om aanhouding van de procedure, maar in beginsel wordt er conform het Landelijk Procesreglement geen aanhouding verleend zonder instemming van de wederpartij.
[verzoeker] : ik zit hier vandaag zonder advocaat. Het recht op bijstand is een fundamenteel recht en daar wil ik gebruik van maken. Ik wil graag goede afspraken maken met de wederpartij. Daar ben ik al mee bezig, maar ik wil daarbij wel goede bijstand ontvangen.
Kantonrechter: bij het indienen van uw conclusie van antwoord en eis in reconventie bent u bijgestaan door een advocaat.
[verzoeker] : maar vandaag zit ik hier als particulier. Inhoudelijk en fiscaal wil ik mij graag juridisch laten adviseren en laten bijstaan.
Kantonrechter: mr. Stegeman stemt u alsnog in met aanhouding van de procedure?
Stegeman: nee daar stem ik niet mee in. De zitting is in januari jl. gepland. Dit had allemaal eerder gekund. Ik hoor verder geen bijzonderheden om in te stemmen met aanhouding.
[verzoeker] : dan dien ik een wrakingsverzoek in.
Kantonrechter: uw wrakingsverzoek is uitsluitend bedoeld om uitstel te forceren? In vaste rechtspraak is beslist dat dat wordt gekwalificeerd als misbruik van recht. U dient een wrakingsverzoek in om niet verleende uitstel te forceren. Ik noteer dit in het proces-verbaal.
[verzoeker] ; ik hoor wat u zegt, maar ik zit hier vandaag als particulier.
Kantonrechter: ik mag bij een wraking niets meer doen. Ik vind dit misbruik van recht en zal
dat aan de wrakingskamer mededelen.
[verzoeker] : ik heb recht op een advocaat.
De kantonrechter schorst de behandeling ter terechtzitting.
(…)”

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
3.2.
Het wrakingsverzoek is gegrond op de omstandigheid dat de rechter geen aanhouding van de zitting heeft willen verlenen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt echter mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig nimmer grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het gerecht dat over het wrakingsverzoek moet oordelen (de wrakingskamer) komt geen oordeel toe over de juistheid van de (tussen)beslissing noch over het verzuim te beslissen. Dat oordeel is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak. Dit kan anders zijn, als de motivering van de tussenbeslissing zodanig gebrekkig is dat deze grond vormt voor wraking. Ook hierbij is uitgangspunt dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen zich ertegen verzet dat die motivering grond kan vormen voor wraking, ook als het gaat om een door de wrakingskamer onjuist, onbegrijpelijk, gebrekkig of te summier geachte motivering of om het ontbreken van een motivering. Dit is alleen anders als de motivering van de (tussen)beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten – bijvoorbeeld door de in de motivering gebezigde bewoordingen – niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven. Dat is hier niet aan de orde. Dit betekent dat het wrakingsverzoek (kennelijk) ongegrond is.
3.3.
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
wijst het verzoek tot wraking af;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
  • verzoeker;
  • de belanghebbenden;
  • de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en J. Brandt in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Diephuis-Timmer en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.