ECLI:NL:RBDHA:2022:5697

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
NL21.20163
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure

Op 8 juni 2022 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak NL21.20163. Deze uitspraak betreft een bestuursrechtelijke procedure waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Arslan, het opnam tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. C.H.H.P.M. Kelderman. De rechtbank constateerde dat haar eerdere uitspraak van 3 mei 2022 een kennelijke misslag bevatte met betrekking tot de hoogte van de proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft besloten deze misslag te herstellen.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank de beslissing aangepast en de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.518, alsook het griffierecht van € 181 dat door eiser was betaald. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen in overeenstemming met deze uitspraak. De rechtbank heeft de kosten van rechtsbijstand vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de vergoeding is berekend op basis van de punten voor het indienen van het beroepschrift en het verschijnen ter zitting.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.20163

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E. Arslan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Overwegingen

De rechtbank stelt vast dat haar uitspraak van 3 mei 2022 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag heeft betrekking op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De rechtbank ziet aanleiding de beslissing aan te passen.

Beslissing

De rechtbank verbetert haar uitspraak van 3 mei 2022, NL21.20163, door in rechtsoverweging 21 op te nemen:
21. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze
kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door
een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 1).
Het dictum in de uitspraak van 3 mei 2022 komt als gevolg van deze correctie als volgt te luiden:
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van
deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518
(vijftienhonderdachttien euro);
- draagt verweerder op om het door eiser betaalde griffierecht te betalen ten bedrage van €
181 (honderdeenentachtig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open.