ECLI:NL:RBDHA:2022:6007
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 24 juni 2022 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar dat te laat was ingediend door eiseres tegen besluiten van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een boete van € 100,- en de verplichting om een lening terug te betalen, maar diende haar bezwaar pas na de wettelijke termijn van zes weken in. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen geldige redenen heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding. Eiseres stelde dat zij niet goed begreep dat zij tegen de besluiten bezwaar kon maken en dat de coronamaatregelen haar belemmerden om tijdig hulp te vragen. De rechtbank oordeelde echter dat de informatie over de mogelijkheid tot bezwaar voldoende duidelijk was en dat eiseres ook op andere manieren hulp had kunnen inroepen. De rechtbank concludeerde dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De proceskosten werden niet vergoed.