Uitspraak
Rechtbank den haag
[de vrouw]te [plaats] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter T.F. Hesselink op 31 mei 2022, is een kort geding aanhangig gemaakt door de man tegen de bewindvoerder van de vrouw. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. van Steensel, vordert schorsing van de executie van een alimentatiebeschikking van 8 oktober 2008, die door de vrouw, onder bewind gesteld, wordt geëxecuteerd. De vrouw, vertegenwoordigd door haar bewindvoerder en advocaat mr. J.H. Weermeijer-Patist, heeft een achterstand in de alimentatiebetaling van de man ingediend bij het LBIO, wat heeft geleid tot loonbeslag. De man stelt dat hij aan zijn onderhoudsverplichtingen heeft voldaan door kosten van de kinderen rechtstreeks te betalen na sluiting van de gezamenlijke rekening. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de man tot schorsing van de executie toegewezen, maar de vordering tot terugbetaling van reeds geïnde bedragen afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bewindvoerder de beschikking niet mag executeren totdat er in de bodemprocedure een beslissing is genomen over de nihilstelling van de alimentatie. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.