ECLI:NL:RBDHA:2022:6247
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag duurzaam verblijf gemeenschapsonderdaan wegens gebrek aan rechtmatig verblijf en onvoldoende bewijs van economische activiteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Bulgaarse nationaliteit houdende vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een document 'duurzaam verblijf burgers van de Unie', maar deze aanvraag werd afgewezen omdat verweerder vaststelde dat eiseres geen rechtmatig verblijf had als gemeenschapsonderdaan. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd dat zij gedurende vijf jaar als werknemer of zelfstandige had gewerkt, of dat zij als economische niet-actieve gemeenschapsonderdaan rechtmatig verblijf had. Eiseres ontving sinds 2014 een bijstandsuitkering en verweerder concludeerde dat zij een onredelijke last vormde voor de Nederlandse algemene middelen. Eiseres voerde aan dat zij door ziekte tijdelijk niet had kunnen werken, maar inmiddels weer een baan had. De rechtbank oordeelde dat de arbeid die eiseres had verricht niet voldeed aan de eisen voor rechtmatig verblijf en dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitviel. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag voor duurzaam verblijf.