ECLI:NL:RBDHA:2022:6249

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
AWB 21/4330
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing mvv-aanvraag op basis van afhankelijkheidsrelatie en hoorplicht in vreemdelingenrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Senegalese vrouw geboren in 1954, had de aanvraag ingediend met het doel om bij haar zoon, referent, te verblijven. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen op 30 oktober 2020, omdat eiseres niet had aangetoond dat de afhankelijkheidsrelatie met haar zoon de gebruikelijke band tussen een ouder en een meerderjarig kind overstijgt. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd op 29 juni 2021 ongegrond verklaard.

Tijdens de zitting op 24 mei 2022 heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Eiseres stelde dat haar medische en sociale situatie haar volledig afhankelijk maakt van haar zoon, die haar mantelzorg zou kunnen bieden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank concludeerde dat de medische klachten van eiseres op zichzelf niet voldoende zijn om aan te nemen dat zij zonder de aanwezigheid van haar zoon niet kan functioneren. Bovendien is niet aangetoond dat de benodigde zorg alleen door referent kan worden geboden.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat verweerder op voorhand redelijkerwijs kon aannemen dat de gronden van bezwaar niet tot een ander oordeel zouden leiden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de mvv-aanvraag door de staatssecretaris in stand blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/4330

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juni 2022 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S.S.M. van Beek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (verweerder).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor een mvv [1] voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ afgewezen.
Bij besluit van 29 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 24 mei 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Referent was aanwezig op zitting. Verweerder is, met voorafgaande mededeling, niet verschenen.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1954 en heeft de Senegalese nationaliteit. Zij wil verblijf bij haar zoon, [referent] (referent), nu zij gelet op haar slechte medische en sociale situatie volledig afhankelijk van referent is. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat niet is gebleken dat de band tussen eiseres en haar zoon de gebruikelijke band tussen een ouder en haar meerderjarig kind overstijgt.
Wat vindt eiseres in beroep?
2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referent. Eiseres is door haar medische problemen (zowel fysiek als mentaal) afhankelijk van referent. Hij zou haar de benodigde mantelzorg kunnen verlenen. Nu uit de overgelegde medische verklaringen blijkt dat de voor eiseres benodigde zorg niet beschikbaar is in Senegal had verweerder een BMA [2] -advies moeten opvragen. De andere kinderen van eiseres wonen ofwel niet in Senegal of zijn niet in staat om mantelzorg aan eiseres te verlenen. Ook is eiseres geheel financieel afhankelijk van referent. Tot slot is eiseres ten onrechte niet gehoord in bezwaar.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Familierechtelijke relatie
3. Voor zover al moet worden aangenomen dat sprake is van een familierechtelijke relatie tussen eiseres en referent, ligt de vraag voor of sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid tussen eiseres en referent, nu zij beiden meerderjarig zijn.
Meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres niet aangetoond dat sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie met referent. Dat eiseres diverse medische klachten heeft, is op zichzelf onvoldoende grond om aan te nemen dat sprake is van een bijzondere afhankelijkheid die uitstijgt boven de gebruikelijke banden tussen een moeder en haar meerderjarige kind. Niet is aannemelijk geworden dat eiseres zich zonder aanwezigheid van referent niet staande zou kunnen houden. Uit de verklaring van de artsen blijkt dat eiseres toegang heeft tot medische-psychische zorg, al jaren onder behandeling staat en medische hulp heeft ontvangen in Senegal. Met deze stukken is niet aannemelijk gemaakt dat eiseres vanwege haar medische situatie in het dagelijks leven afhankelijk is van referent. Dat psychiater Samba de hereniging met referent sterk aanbeveelt, doet aan vorenstaande niet af. Daarbij is van belang dat niet aannemelijk is gemaakt dat de benodigde hulp en zorg alleen door referent kan worden geboden. De stelling dat er geen andere mogelijkheden zijn om daarin te voorzien, bijvoorbeeld door gebruik te maken van andere familieleden of van derden, is niet nader onderbouwd. Zo verblijft er in Senegal een zoon van eiseres en wonen in Europa meerdere dochters van haar, waarvan enkel is gesteld dat zij geen hulp kunnen bieden, maar dit is niet nader onderbouwd. Het is weliswaar begrijpelijk dat referent de behoefte voelt om zijn moeder te verzorgen, maar niet aannemelijk is gemaakt dat de huidige situatie, waarbij referent meerdere keren per jaar afreist naar Senegal en haar financieel ondersteunt, niet kan worden voortgezet. Voor zover, zoals referent ter zitting heeft gesteld, zijn werk in de knel komt vanwege de frequentie van zijn reizen naar Senegal is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, met name van belang dat niet is gebleken dat zijn (half)broer en zussen geen ondersteunende (financiële) hulp kunnen bieden. De aangehaalde jurisprudentie leidt niet tot een ander oordeel, nu het niet om gelijke gevallen gaat.
5. Gelet op het voorgaande heeft verweerder zich terecht op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van familieleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Dit betekent dat verweerder terecht geen belangenafweging heeft gemaakt. Evenmin bestond er aanleiding om een BMA-advies op te vragen. Als eiseres in aanmerking meent te komen voor een verblijfsvergunning op medische gronden, dan kan ze een daartoe strekkende aanvraag indienen.
Hoorplicht
6. Tot slot overweegt de rechtbank dat de hoorplicht niet is geschonden. Van het horen in bezwaar mag pas worden afgezien, als er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de gronden van bezwaar niet tot een andersluidend oordeel kunnen leiden. Gelet op de motivering van het primaire besluit en de inhoud van de gronden van het bezwaar van eiseres, mocht verweerder afzien van het horen van eiseres.
Wat is de conclusie?
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. C.M. van den Berg, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Machtiging tot voorlopig verblijf.
2.Bureau Medische Advisering.