ECLI:NL:RBDHA:2022:6298
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van betogingen tegen coronamaatregelen en de rechtsgeldigheid van de burgemeester's opdrachten
Op 28 juni 2022 heeft de kantonrechter in de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte werd vervolgd voor het niet opvolgen van opdrachten van de burgemeester om betogingen tegen coronamaatregelen te beëindigen. De zaak betrof drie parketnummers: 09/263631-20, 09/279149-21 en 09/244159-21. De burgemeester had de betogingen beëindigd ter bescherming van de gezondheid en ter voorkoming van wanordelijkheden, maar de kantonrechter oordeelde dat de burgemeester onvoldoende had onderbouwd dat de beëindiging noodzakelijk was. De rechter concludeerde dat de beëindigingsopdrachten van 8 en 10 oktober 2020 niet bevoegd waren gegeven, omdat de burgemeester in algemene termen had gehandeld zonder concrete vaststellingen over de situatie op die data. De verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De beëindigingsopdracht van 25 mei 2021 werd wel als bevoegd beschouwd, maar de kantonrechter oordeelde dat er te veel twijfel bestond over de gedragingen van de verdachte, waardoor ook voor dit parketnummer vrijspraak volgde. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering bij het beperken van grondrechten, zoals het recht op betoging.