Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
9 maanden voor de beoordelingsdatum (21 oktober 2019) in deze zaak plaats. De rechtbank vindt dat uit de rapporten van de verzekeringsartsen in deze zaak van 6 december 2019,
5 maart 2021 en 8 november 2021 (overgelegd in beroep), onvoldoende blijkt welke wijzigingen zich in de medische situatie van eiser ná de TVB-2 hebben voorgedaan, die maken dat eiser per 21 oktober 2019 wel over benutbare mogelijkheden beschikte. Zij merkt in dit verband op dat er tijdens de medische onderzoeken van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts b&b nog geen behandeling had plaatsgevonden voor de verslavingsproblematiek en/of de psychische klachten. Ook overigens is niet gebleken dat de medische situatie anders was geworden, dan wel was verbeterd. Weliswaar is sprake van een ander beoordelingsmoment, maar verweerder heeft niet voldoende gemotiveerd waarom eiser per 21 oktober 2019 meer arbeidsmogelijkheden had dan in januari 2019, zelfs zodanig dat hij in staat werd geacht zijn eigen maatmanloon te verdienen.